Sermon: Voorbereiding op groei: Intimiteit met Christus (Deel 3)

#263NL

Given 09-Nov-96

description: (hide)

In dit derde deel van de serie over intimiteit met Christus benadrukt John Ritenbaugh dat de normale zorgen van het leven - voorzien in levensonderhoud en bezorgd zijn over veiligheid - de neiging hebben ons af te brengen van ons werkelijke doel - het zoeken van Gods Koninkrijk (Mattheüs 6:33). Te veel aandacht besteden aan rijkdom of daarmee te sterk verzadigd worden kan de oorzaak zijn dat we onze beweeglijkheid of ons vermogen stand te houden verliezen, waardoor we ons beperken in en beroven van kostbare tijd die we zouden kunnen besteden aan het ontwikkelen van een relatie met God. We moeten vechten tegen de aantrekkingskracht van de wereld (inclusief de onophoudelijke signalen vanuit advertenties om ontevreden te zijn) en ons overvolle leven te vereenvoudigen, afzondering en rust te zoeken om te mediteren en een relatie met Hem op te bouwen.


transcript:

Deze week beginnen we de preek met Mattheüs 6:33, een tekst die iedereen van ons uit het hoofd zou moeten kennen. Desondanks is het een tekst waar we vaak naar verwijzen, omdat hij zo belangrijk is voor ons geestelijk leven. Jezus zegt daar:

Mattheüs 6:33 Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.

Ik wil deze derde preek over voorbereiding op groei met dit erg bekende vers beginnen, omdat ik uit eigen ervaring en ook op basis van wat ik bij anderen zie, heb ontdekt dat weten wat er moet gebeuren om te overwinnen niet het probleem is in ons leven. Weten wat er moet gebeuren om een betere relatie met God te hebben is niet het probleem. Het kan een probleem zijn voor hen die nog maar net bekeerd zijn. Misschien hadden ze vlak na hun doop bepaalde problemen waarbij ze zich afvroegen wat ze nu precies met hun leven moesten doen. De meesten van ons zijn echter al vele jaren in de kerk (veelal wel tientallen jaren) en ik geloof dat we weten wat er moet worden gedaan. Het probleem ligt erin dat ook werkelijk uit te voeren en het grondig en consequent uit te voeren.

Het is een zaak van prioriteiten stellen, een zaak van de juiste keuzes maken en de discipline hebben het te doen. Als we dit vers, Mattheüs 6:33, als een soort conclusie van de bergrede tot dat punt beschouwen — het is duidelijk niet het laatste punt dat Jezus in die rede aan de orde stelde, maar wel een hoofdconclusie tot dat punt — zien we dat Christus ons een globaal overzicht geeft van de hoofdpunten in het leven van een christen.

We gaan nu terug naar het begin van de bergrede, Mattheüs 5:1, we zullen daar snel doorheengaan. Ik weet dat u deze dingen begrijpt. Beginnend in vers 1 — en doorgaand tot en met vers 12 — zien we de houdingen die succes zullen voortbrengen met betrekking tot het Koninkrijk van God. Je zou kunnen zeggen dat dit het openingssalvo is in Jezus' prediking tot de mensen die Zijn discipelen zullen worden. Dit hebben we vlak na onze bekering waarschijnlijk harder nodig dan iets anders. We moeten in de eerste plaats weten welke houdingen acceptabel zijn voor God en dan alles gaan doen wat in ons vermogen ligt om die houdingen in ons leven gestalte te geven.

Na het punt over zout en het punt een licht in de wereld te zijn — beide punten duidend op wat we behoren te zijn, dat we het zout der aarde behoren te zijn — iets dat smakelijk is voor God, en het licht, van doen hebbend met ons getuigenis aan de wereld — maakt Hij het heel duidelijk dat we moeten begrijpen dat de morele wet niet is afgeschaft. God schaft de wet niet af door Jezus Christus en we zien in de rest van hoofdstuk 5 dat Jezus zegt dat de wet bindender is voor mensen die ernstig en oprecht een echt christen willen zijn, omdat het dan niet alleen bindend is in de letter, maar ook in de geest. Dat heeft dus een grotere invloed op het dagelijkse reilen en zeilen van ons leven dan het ooit had op die Hebreeuwse mensen van toen.

Hij sluit daarna hoofdstuk 5 af met te laten zien dat Hij van ons verwacht die extra mijl te gaan — dus meer dan alleen maar letterlijk wordt gevraagd. Hij sluit dat af met te zeggen dat we onze vijanden moeten liefhebben. Dat is me nogal wat! Dat is het gaan van die extra mijl. Dat gaat uit boven de letter. Maar dat is de gebruikelijke procedure voor het leven van een kind van God. Het wordt van ons verwacht. We zijn er verantwoordelijk voor het te doen.

In hoofdstuk 6 begint Hij dan met gebed, vasten en andere goede werken in relatie met God en mensen. In principe zegt Hij dat we deze dingen in beslotenheid moeten doen, alleen in relatie met God. Ons geestelijk leven is niet iets waar we mee te koop moeten lopen, we moeten dus consequent en voorzichtig zijn in wat we doen, maar er niet mee voor de mensen te koop lopen zoals de Farizeeën deden. Verder noemt Hij in hoofdstuk 6 het zijn van een goed getuige. In vers 24 begint Hij te zeggen dat er een gebied is waarin we de nodige moeilijkheden zullen hebben. In vers 24 maakt Hij duidelijk wat dat is.

Mattheüs 6:24 Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon.

In simpel Nederlands betekent dit dat we doelbewust moeten zijn. We kunnen geen vrijblijvende houdin aannemen. Dat is voor Hem absoluut onaanvaardbaar. Hij is onze Heer, of Hij is het niet. Hij verlangt van ons dat we laten zien dat Hij onze Heer is door een duidelijke, onwankelbare toewijding als Zijn volgeling. Vers 25 zegt dan: "Daarom ..." Dit woord is een overgang naar iets specifieker onderwijs over wat Hij bedoelt met doelbewust te zijn. In vers 33 komt dan de afsluitende uitspraak dat we eerst het Koninkrijk van God moeten zoeken.

Een doelbewuste houding hebben betekent dat ons leven, als getuige voor God, als overwinnaar, als iemand die de vrucht van Gods Geest voortbrengt, anders moet zijn. Ons leven moet verschillend zijn van dat van onze buren. Voor het geval dat u denkt dat ik hier schromelijk overdrijf, wil ik dit aan het begin van deze preek heel erg duidelijk maken. Laten we daarom 2 Timotheüs 2 opslaan. Paulus plaatst dit in een iets andere context. De vergelijking is in zijn geval ontleend aan het soldatenleven — oorlogvoering. Het voorbeeld van Jezus in Mattheüs 6 is niet daaraan ontleend, maar aan de gewone gebeurtenissen in het leven, maar de bedoeling, het onderwijs is hetzelfde.

2 Timotheüs 2:4 Tijdens de veldtocht wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor zijn onderhoud [hij richt zich op dat ene doel]; hij heeft (slechts) hem te voldoen, door wie hij aangeworven is.

Een iets afwijkende toepassing, maar hetzelfde centrale thema. Een soldaat moet zich in zijn patriottisme, in zijn toewijding aan het vaderland, door niets laten afleiden. Hij kan geen vrijblijvende houding aannemen. Hij kan niet part-time soldaat zijn en part-time iets anders. Hij kan zich niet laten verwikkelen in de zorgen voor het leven.

Nu naar 2 Corinthiërs 5:15. Dit vers zegt nog iets belangrijks in dit opzicht.

2 Corinthiërs 5:15b En voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die leven [u en ik], niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt.

Daarop moet onze doelbewustheid zijn gericht, we moeten doelbewust zijn in onze toewijding aan Christus en aan het werk dat Hij in en door ons uitvoert. We moeten ons geheel en al aan Hem overgeven. We moeten ons niet door de wereld laten verstrikken. We zijn door Hem gekozen, uitgekozen door Hem om Hem toegewijd te zijn, opdat wanneer het Koninkrijk van God hier op aarde wordt opgericht, wij klaar zijn om Hem bij te staan.

Begint u nu duidelijker te zien waarom Jezus zei: "Zoek eerst het Koninkrijk van God" — wees in dit opzicht doelbewust? Christus stierf in het bijzonder voor u en mij, omdat God ons heeft geroepen en Zich aan ons heeft geopenbaard. Christus heeft geopenbaard wat het doel van God is. Wij maken nu deel uit van dat doel en het vereist toewijding opdat dat doel in ons leven volkomen tot ontwikkeling kan komen. Onze verantwoordelijkheid is onszelf aan Hem over te geven.

Weer terug naar Mattheüs 6. Met die gedachte in het hoofd, kunnen we even kijken naar ons eigen leven binnen de kerk. In 1959 werden Evelyn en ik gedoopt. Sinds die tijd heb ik geleerd hoe gemakkelijk ik kan worden afgeleid van het direct jagen naar het doel van het Koninkrijk van God. Dat overkomt mij heel gemakkelijk, alhoewel de dingen die me mijn doel uit het oog doen verliezen door de jaren heen zijn veranderd. Het zijn niet langer dezelfde dingen, maar toch zie ik mezelf van tijd tot tijd afglijden omdat ik iets anders najaag.

Ik denk er geen moment aan (ik wil mezelf als voorbeeld gebruiken, en ik geloof dat dit op ons allen van toepassing is) dat we ons denken er bewust toe zetten om "zo'n groot behoud" te veronachtzamen. Het is iets dat zomaar gebeurt. We zetten onze wil er niet bewust toe aan om te zeggen: "Ik besteed geen aandacht meer aan die dingen." We raken dus gewoon verstrikt in het doen van andere dingen. Daarom zei ik enkele minuten geleden, dat er discipline nodig is om consequent te zijn, om onze visie in de juiste richting gericht te houden. De reden dat ik terug wilde naar Mattheüs 6 is, omdat Jezus ons zegt wat het hoofdprobleem zal zijn dat er ons toe zet ons doel uit het oog te verliezen. Herinnert u zich dat vers dat begon met "Daarom"? Hier volgt dus iets meer gedetailleerd onderwijs.

Mattheüs 6:25a Daarom zeg Ik u: ...

Bedenk dat dit onmiddellijk volgt op de uitspraak dat we doelbewust moeten zijn.

Mattheüs 6:25b ... Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten [of drinken], of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?

Denkt u dat het bepaalde lidwoord [het] voor leven er voor niets staat? "Het leven" refereert naar eeuwig leven, daar ben ik zeker van — en waar Hij hier naar verwijst is datgene dat in de meeste gevallen de oorzaak is dat we niet langer doelbewust op het Koninkrijk van God afgaan! Zorgen voor ons levensonderhoud. Zorgen dat het leven op rolletjes loopt. Gewoon meekunnen in de wereld. De gewone normale dingen van alledag. Niets bijzonders. Gewoon het leven zelf, daarin raken we verstrikt. Laten we nog wat verder lezen.

Mattheüs 6:26-30 Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? 27 Wie van u kan door bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? 28 En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: 29 zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. 30 Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zó bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen?

Het is interessant wat er nodig is om de dingen die Hij hier noemt te doen. Geloof.

Mattheüs 6:31-33 Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? 32 Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen [de niet-bekeerden] uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. 33 Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.

De normale, algemene zorgen die samengaan met het verlangen ons zeker te voelen in deze wereld, zijn de dingen die ons het meest afbrengen van het najagen van het Koninkrijk van God. Ik noemde de mogelijkheid dat u denkt dat ik schromelijk overdrijf. Daarom wil ik u nog een paar andere plaatsen laten zien waar Jezus over deze punten spreekt. Laten we Mattheüs 13 opslaan, de gelijkenis van de zaaier, u kent die gelijkenis. In vers 22 staat echter:

Mattheüs 13:22 De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar.

Hij voegde daar dus "het bedrog van de rijkdom" toe, maar Hij noemde ook weer "de zorg van de wereld". Het idee dat in dit vers besloten ligt, is iemand wiens leven teveel verplichtingen heeft, en stapje voor stapje, omdat de menselijke natuur aan al die dingen aandacht wil schenken, verdwijnt het Koninkrijk van God buiten beeld. Nogmaals dit is niet iets dat met vooropgezette bedoeling gebeurt, het gebeurt zo maar als we niet voorzichtig zijn en onze prioriteiten verkeerd stellen.

U denkt misschien dat u niet erg rijk bent, maar bedenk dat rijk hier een relatief iets is. Vergeleken met de rest van de wereld zijn we erg rijk. We zijn misschien niet erg rijk in vergelijking met veel mensen die hier in de Verenigde Staten wonen, maar zelfs al zijn we niet rijk naar Amerikaanse maatstaven, we hebben genoeg rijkdom om ons heel wat te veroorloven.

Rijkdom stelt zijn eisen; waar uw rijkdom ook maar uit mag bestaan, rijkdom vraagt handelingen van u: dat u het beheert, dat u het administreert; er moet dus voor worden gezorgd. Wanneer u er zorg voor draagt, wat gebeurt er dan met uw tijd? En als u er zorg voor draagt, wat gebeurt er dan met uw aandacht? Op bedrieglijke wijze kan dus zelfs ons bezit onze aandacht wegvoeren van datgene waaraan we eigenlijk onze aandacht en tijd moeten geven. Dat past precies in wat Hij eerder zei over de zorg van het leven, want rijkdom moet worden beheerd.

Er is nog een ander interessant aspect aan gekoppeld. Misschien voelt u zich hierdoor wel geschokt. Dit woord is in de vorige eeuw aan betekenisverandering onderhevig geweest; dit woord dat in het Engels is vertaald met "wealth" [rijkdom], kreeg geleidelijk aan de betekenis van "pleasure" [plezier]. U kunt gaan begrijpen waarom het geleidelijk aan veranderde in plezier, omdat rijkdom de neiging heeft iemand plezier te doen. Dat is de manier waarop veel mensen hun plezier zoeken.

Er is nog iets interessants aan verbonden, omdat in de betekenis van dat woord, het bedrog van rijkdom kan worden toegepast op "winkelen". Is dat niet één van de dingen die u doet als u uw rijkdom beheert? U winkelt en als iemand winkelt, dan kijkt hij of zij al met plezier uit naar wat er gekocht kan gaan worden. Maar wacht eens even. Winkelen kost tijd. Daar komen we straks nog op terug! Ik laste dit even in omdat ik wil dat u dit alvast in uw gedachten heeft totdat ik er straks op terugkom.

De algemene betekenis van deze beide dingen — de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom — is dat iemand zich daaraan overgeeft, zodat hij geen tijd heeft om aandacht te schenken aan de belangrijkere, eeuwige dingen van zijn relatie met God. Laten we nu naar de volgende plaats gaan waar Jezus het over dit onderwerp heeft, deze keer in de context van de eindtijd, in Lucas 21:34-36. U zult dit onmiddellijk herkennen.

Lucas 21:34 Ziet toe op uzelf, dat uw hart nimmer bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud, en die dag [de tijd van Zijn komst] niet plotseling over u kome, als een strik.

Let eens op de woordkeus hier. De aandacht is heel sterk gericht op de zorgen van dit leven, bezwaard door roes en dronkenschap — dus zo afgeleid dat men niet meer voorbereid is op de dag van Christus' wederkomst. Een ernstige waarschuwing.

Lucas 21:35-36 Want hij zal komen over allen, die gezeten zijn op het oppervlak der ganse aarde. 36 Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen.

Hier zien we het dus weer. Het is direct gekoppeld aan het onderwerp van de laatste drie preken. De reden voor zorg hier is, dat het ons kan verhinderen voor Christus te worden gesteld bij Zijn wederkomst. Houdt dat eens een ogenblik in gedachten en we gaan dan terug naar het woord "bezwaard". Dat betekent letterlijk "zwaar gemaakt". "Dat uw hart niet zwaar wordt gemaakt." Een enkel woord zou kunnen zijn "belast". "Dat uw hart niet wordt belast." Het is iets dat we met ons meedragen. "Door roes." Roes betekent "overmatig eten en drinken".

In de toepassing op een geestelijk gebied kunnen we nu gaan inzien waar de vergelijking aan is ontleend. Hij vergelijkt overmatig eten en drinken met het iemand belasten met een groot gewicht, waardoor hij zijn mobiliteit verliest — de mogelijkheid om te handelen of te reageren, in het bijzonder toegepast op het vechten in een veldslag. We gaan dit met elkaar in verband brengen. Zijn zorg is hier dus dat de zorgen van dit leven, het zich te buiten gaan, de oorzaak kan zijn dat iemand zijn mobiliteit en zijn effectiviteit verliest. Dit is rechtstreeks gekoppeld aan "gesteld worden voor". Dit heeft twee aspecten.

Ten eerste, duidt dit woord op Christus' instemming, Zijn goedkeuring — de beeldspraak is in feite ontleend aan het staan van iemand voor de rechterstoel om daar zijn vonnis te horen uitspreken. Als dit goedkeuring inhoudt, instemming van Christus, omdat de persoon voor Hem wordt gesteld, dan betekent dit, dat hij vol zelfvertrouwen kan staan, met trots.

De tegenstelling daarvan is in vrees achteruit deinzen en je gezicht verbergen zoals een crimineel doet. We hebben allemaal wel beelden op TV gezien dat een crimineel uit de gevangenis komt met zijn jas over het hoofd en zijn hoofd gebogen, omdat hij niet wil dat iemand zijn gezicht ziet. Maar deze persoon die voor Christus wordt gesteld heeft Christus' instemming, omdat hij zich niet belastte met de zorgen van deze wereld en zich niet te buiten ging. We gaan nu naar Efeziërs 6 om dit te koppelen aan iets dat Paulus zei over het aandoen van de gehele wapenrusting Gods.

Efeziërs 6:13 Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.

"Weerstand bieden" en "standhouden" vereisen de gehele wapenrusting Gods. "Weerstand bieden" duidt erop dat je in staat bent tegenstand te bieden — tegenstand te bieden aan zonde, tegenstand te bieden aan het te veel aandacht schenken aan de zorgen van deze wereld, tegenstand te bieden aan het jezelf teveel te belasten zodat je je geestelijke mobiliteit en effectiviteit verliest. "En om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden." Dit beeldt een oorlog uit, met pijlen, schilden, zwaarden en messen. Wat gebeurt er met een soldaat die zijn evenwicht verliest? Hij wordt in mootjes gehakt. Hij is al zo goed als dood. Hij kan zich niet meer verdedigen. Om met Satan en zijn demonen te kunnen vechten moeten we mobiel zijn, wendbaar. We kunnen niet belast zijn met de zorgen van dit leven. We moeten in staat zijn schijnbewegingen te maken, weg te duiken, het schild op te heffen, om geestelijke zaken te bevatten. Als we belast zijn, omdat onze aandacht zich op de verkeerde dingen is gaan richten, nemen de kansen de strijd te verliezen dramatisch toe. Ik zal u nog enkele andere vertalingen geven van Efeziërs 6:13.

Efeziërs 6:13b (Vertaald naar de Knox vertaling.) En nog steeds op uw voeten te staan als de strijd voorbij is.

Dan bent u overwinnaar. Ongeslagen. U staat vol zelfvertrouwen fier rechtop.

Efeziërs 6:13b (Vertaald naar de Goodspeed vertaling.) Als het allemaal voorbij is, geen terrein te hebben verloren.

U bent dus niet teruggetrokken.

Deze spreekt mij in het bijzonder aan, uit de Weymouth Vertaling:

Efeziërs 6:13b (Vertaald naar de Weymouth vertaling.) En tot het einde te hebben gestreden, overwinnaars blijken te zijn op het slagveld.

De zorgen van deze wereld, toewijding aan rijkdom, zich te buiten gaan aan de fysieke dingen van het leven, verzwakken ons zodat we geen tegenstand kunnen bieden, we kunnen niet overwinnen, we kunnen geen vrucht voortbrengen, omdat die dingen de tijd beperken die we kunnen besteden aan het werken aan onze relatie met God. Zo eenvoudig ligt dat. De relatie met God is de sleutel, omdat Hij de Bezitter is van al het goede. Hij heeft de beschikking over Zijn Geest. Hij is de Gever van alle gaven. Hij is degene die vergeeft. Hij is degene die ons in staat stelt de dingen te doen. Hij is degene die kracht geeft.

Kunt u een goede relatie hebben en gaven ontvangen van iemand die u niet kent? Kunt u, zoals Richard in zijn preek van vorige week zei, iemand vertrouwen die u niet kent? Zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. De manier waarop wij Hem gaan vertrouwen, waarop we geloof in Hem gaan krijgen is door een relatie met Hem te hebben. Al deze dingen hangen met elkaar samen.

Wel gemeente, hoeveel tijd verspilt u? Ik zei u toen ik deze serie direct na het Feest begon, dat ik u iets opleg dat echt zwaar is en u beslist niet zal aanstaan. Maar het kan zeer goed het verschil uitmaken tussen het Koninkrijk van God en het graf, het Koninkrijk van God en de poel des vuurs, omdat ondergetekende [John Ritenbaugh] heel goed weet dat hij heel wat tijd heeft verspild, en daar heb ik nog steeds last van. Ik hoop dat u er ook last van krijgt, want dat is het doel van deze preken. Ik ben er niet om het u altijd naar de zin te maken. Ik ben er om u op te jutten, zodat u zich schuldig voelt, omdat schuldgevoel goed is.

Herinnert u zich het artikel van Dr. Maas? Dat brengt ons tot bekering en bekering behaagt God. Bekering zorgt dat God daarop gaat reageren en ons dan gaven gaat geven. Zo gaan alle goede dingen onze kant uit komen. We gaan dan ook beseffen dat we nog niet voldoen aan de verwachtingen van God. Zoals ik al zei, we weten wel beter. Het probleem is niet dat we niet weten. Het probleem is dat we onszelf in de tang moeten houden en consequent doen wat er gedaan moet worden. We zijn er niet bewust op uit geen aandacht aan God te schenken, maar in de praktijk van alledag is dat juist wat er gebeurt.

Het probleem wordt nog verergerd, omdat we onze tijd en energie niet benutten voor wat we nodig hebben, maar het schijnt wel alsof de menselijke natuur ons ertoe aanzet om te proberen veel meer te verwerven dan we nodig hebben. Zo laten we de gelegenheden, de kansen, die we hebben, onbenut. We begrijpen allemaal wel dat ik het niet over dingen heb waarbij we zondigen — punten die expliciet in de Tien Geboden als zonde worden genoemd — waar we onze tijd aan verspillen. In feite zijn er in de tijd waarin we die dingen doen, perioden waarin we echt actief dingen voortbrengen. Maar in een vorige preek stelde ik de vraag, is dat wat we voortbrengen het soort vrucht die nodig is voor het Koninkrijk van God?

We kunnen dus erg productief zijn en we kunnen niet zeggen dat dat verkeerd is. Maar we kunnen wel stellen dat onze energie misschien in de verkeerde richting wegstroomt. De les van "Zoek eerst het Koninkrijk van God", die volgt op het doelbewust zijn, is dat we prioriteiten moeten stellen. "Zoek EERST." Dat is taak nummer 1, zoals Henry Ford placht te zeggen. Taak nummer 1 is voor ons "het op de juiste manier gebruiken van onze tijd", want daaruit bestaat het leven. Als we dit dus niet doen, dan is datgene wat we van God weten van weinig waarde, misschien zelfs van geen enkele waarde, omdat we de gelegenheden, de kansen, die we hebben, onbenut laten.

Laten we nog eens dat vers in Filippenzen 3:10 lezen. U hoeft het niet op te slaan, omdat ik het voorlees uit The Amplified Version. Paulus schrijft daar:

Filippenzen 3:10 (vertaald naar de Amplified Version.) Het is mijn vastomlijnd doel dat ik Hem mag kennen, dat ik stapje voor stapje steeds dieper en intiemer met Hem vertrouwd mag geraken, het wonderlijke van Zijn persoon beter en duidelijker te gaan beseffen en herkennen en begrijpen en dat ik op dezelfde manier mag leren kennen de kracht die uitgaat van Zijn opstanding, de kracht die Hij uitoefent in gelovigen en dat ik op die manier deel mag hebben aan Zijn lijden om zodoende voortdurend in de geest meer op Hem te gaan gelijken, zelfs in Zijn dood.

Wat een geweldige uitbreiding van dat vers! Het slaat de spijker op de kop! Dat is ons doel! Hij kon het niet duidelijker onder woorden hebben gebracht, ook niet meer bemoedigend. Wat een krachtige, heldere uitspraak over hoe hij zijn tijd besteedde in het najagen van "het kennen van Jezus Christus".

Ik vind het interessant dat dit de apostel is die ervan werd beschuldigd of werd aangehaald als zijnde degene die zegt dat werken geen waarde hebben. Ik vind dat heel grappig en toch volgt dit vers in de context bijna direkt op Filippenzen 2:12, waar hij zei dat we ons "behoud in vreze en beven moeten uitwerken" — en hier hebben we dus de uitspraak wat hij met zijn leven deed. Misschien is het meest belangrijke ervan wel "dat ik deel mag hebben aan Zijn lijden". Om dat duidelijk te maken is misschien wel een hele preek nodig. Hoe denkt u dat Jezus Christus leed? Dat was niet alleen maar aan het kruis. Hij leed in het weerstand bieden aan de menselijke natuur, in het Zichzelf in bedwang houden, in het Zichzelf verloochenen.

Als we ons geloof willen gaan uitoefenen, dan zullen we ons leven moeten vereenvoudigen. Weet u nog wat er in Prediker 7:29 staat? We slaan dat ook nu niet op, omdat ik het in de vorige preek heb gelezen, maar ik wil twee alternatieve vertalingen aanhalen, omdat ik vind dat ze nogal rijk aan betekenis zijn.

Prediker 7:29 (Vertaald naar de Revised English Bible.) Dit alleen heb ik ontdekt, dat God, toen Hij de mens maakte, hem rechttoe, rechtaan maakte, maar de mens heeft uit zichzelf heel wat subtiliteiten toegevoegd.

God gaf ons een wonderlijk creatieve geest. We gebruiken hem alleen niet op de juiste manier. Ik zei u dat dit mijn favoriete vertaling was — uit Today's English Version:

Prediker 7:29 (Vertaald naar Today's English Version.) God maakte ons simpel en eenvoudig, maar wij hebben onszelf heel gecompliceerd gemaakt.

Dat is rijk aan betekenis. Het is zo duidelijk. "God maakte ons simpel en eenvoudig, maar wij hebben onszelf heel gecompliceerd gemaakt."

In 1982 spoorde de heer Armstrong ons aan ons leven te vereenvoudigen. Ik heb daar niet zoveel mee gedaan. In feite vind ik dat mijn leven sinds 1982 alleen maar gecompliceerder is geworden. Ik heb dus niet veel voortgang geboekt. Ik zeg dat, omdat ik wil dat u begrijpt dat ik ook voor mezelf preek, en ik geloof dat van ons allen in de Church of the Great God ik en Evelyn dit het meest serieus hebben genomen. We moeten iets doen aan ons leven om het te vereenvoudigen. In Romeinen 13 staat het volgende:

Romeinen 13:10-11 De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet. 11 Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken. Want het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot het geloof kwamen.

Dat is voor ons even waar als voor hen.

Romeinen 13:12 De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts!

Opdat we stand mogen houden in de boze dag!

Romeinen 13:13-14a Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, niet in twist en nijd! 14 Maar doet de Here Jezus Christus aan ...

Hoe kunnen we dat doen zonder Hem te kennen? We moeten ons leven voor Hem leven.

Romeinen 13:14 Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees [de zorgen van het leven], zodat begeerten worden opgewekt.

Als dat belangrijk was voor de apostel Paulus, bedenk dan hoe belangrijk dat voor ons is, vandaag de dag! Leven wij in de eindtijd, of niet? Zelfs al hebben we in het verleden stappen genomen om ons leven te vereenvoudigen, dan is de kans heel groot dat we dat langzamerhand zijn vergeten en daarin zijn verslapt. Maar de tijd is bijna voorbij. Paulus gebruikte in deze context alweer een heel interessante militaire vergelijking. Ik ga die voorlezen uit The Phillip's Translation en dan zult u dit duidelijk kunnen zien.

Romeinen 13:12b (Vertaald naar de Phillip's Translation.) Laten we ons bewapenen voor het gevecht van de dag.

Dat is dus één dag tegelijk. We moeten er tijd voor vrijmaken, want de strijd wordt steeds intensiever. Ik geloof dat dat nogal duidelijk is als we letten op wat er in de kerk is gebeurd, in het bijzonder in de laatste tien jaar.

Laten we nu een aantal zonden wat nader in beschouwing nemen en daarvoor Jacobus 4 opslaan. Ik wil naar deze zonden kijken, omdat dat zonden zijn die de neiging hebben heel wat tijd te kosten.

Jacobus 4:1-4 Waaruit komt bij u strijden en vechten voort? Is het niet hieruit: uit uw hartstochten, die in uw leden zich ten strijde toerusten? 2 Gij begeert, doch gij hebt niet; gij zijt moorddadig en naijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; gij vecht en gij strijdt. Gij hebt niets, omdat gij niet bidt. 3 (Of,) gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen. 4 Overspeligen, weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God.

Alles in deze wereld werkt in tegen Gods doel. Het werkt in tegen het vereenvoudigen van ons leven. Johannes gaf waarschijnlijk de kortste en meest beknopte uitspraak over de wereld in 1 Johannes 2:15-17, daarmee aangevend wat voor vijand ze van ons is. We leven in een warboel, een gecompliceerde warboel. Dat is wat de wereld is, "cosmos". Het is een gecompliceerde warboel, geschapen door de mens met hulp van Satan. God maakte de wereld niet op die manier. Hij maakte haar eenvoudig, maar wij zijn erin geslaagd haar erg gecompliceerd te maken.

In de vorige preek noemde ik één van de dingen die een heel grote invloed heeft op de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en een hovaardig leven — en dat is reclame. Laten we het wat breder bekijken: marketing. Laten we het wat breder bekijken omdat marketing de bron is van zaken doen. In Ezechiel 28 zien we dat één van de daar genoemde problemen van Satan zijn "handel" is. "Uw uitgebreide handel" wordt daar met betrekking tot Satan gezegd. Wat is het doel van reclame? Het bekendmaken van een product, zodat het publiek het gaat kopen. Ze gebruiken daarbij echter de "kunst" van adverteren om in ons een gevoel van ontevredenheid te kweken met wat we zijn, of met wat we hebben, of met de manier waarop we leven. Het is deze ontevredenheid, waarin ze zo bekwaam geworden zijn om die op te wekken, die ons tot kopen aanzet. Deze zet het rad in beweging. "Wat ik ben staat me niet aan. Mijn kleding staat me niet aan. Ik ben uitgekeken op mijn auto. Ik vind dat ik wat anders nodig heb en ik begin alvast wat rond te kijken om dat te gaan kopen."

Dat blijft maar op ons inwerken, almaar door en door en door. Je kunt nauwelijks twee of drie minuten naar de radio luisteren zonder door reclame te worden bestookt. Op TV word je er elke vijf tot zeven minuten mee bestookt, niet alleen in hoorbare vorm, maar ook met schitterende opnamen van de dingen die ons aanzetten tot ontevredenheid.

Noemde ik het al? Verlangens. Noemde ik het al? Begeerte. Hoe verdedigen we ons ertegen? Hoe houden we stand, zonder onder de voet te worden gelopen en ons te onderwerpen aan de god van de reclame? Ziet u, het probleem komt om de hoek kijken wanneer we niet alleen maar kopen wat we nodig hebben, maar meer dan we nodig hebben. Dat is één deel van het probleem.

Binnen het kader van deze preek komt het probleem om de hoek kijken in de tijd die we besteden aan winkelen voor de dingen die we denken nodig te hebben. Denk daar eens over na. Gaan we niet van de ene winkel naar de andere en verder naar weer een andere op zoek naar de beste koop? Ik zeg niet dat dit verkeerd is. We doen dat omdat we het in het hoofd hebben gekregen dat we iets nodig hebben. Elk van ons is verantwoordelijk om te evalueren of we iets werkelijk nodig hebben, of we werkelijk tijd moeten besteden om ernaar uit te kijken — en er komt nooit een einde aan. Misschien is het belangrijkste woord in het kapitalistische systeem dat in de westerse wereld heerst wel "meer", ... dat wat we hebben is nooit genoeg.

We verzamelen, consumeren, krijgen, kopen, verwerven, bouwen op, en gaan almaar door. Wedijver dwingt ons dit steeds sneller te doen, sneller aan onze verwachtingen te voldoen, het gaat almaar sneller. Quota's. Iedere verkoper weet er van. Quota's liggen nooit hoog genoeg, omdat als u dit jaar uw quota haalt, het volgend jaar hoger is. Of als het niet volgend jaar is, dan wel het jaar daarna. We worden voortgedreven. Dat meen ik echt. Voortgedreven om te winnen. Winnen! Almaar winnen! En als er niet genoeg is voor iedereen, wat komt er dan uit voort? Precies wat Jacobus 4 zegt: strijden en vechten.

Denkt u dat er geen oorlog gaande is in de Amerikaanse zakenwereld? Denkt u dat deze grote ondernemingen geen kleinere ondernemingen opslokken? Hier in Charlotte hebben we de op twee na grootste bank in de Verenigde Staten — Nation's Bank — en ze blijft almaar doorgaan met opslokken, opslokken, de ene kleinere bank na de andere. Ze slokte recent nog een grote bank uit Saint Louis op. Dat is haar doel. Ze willen de eerste bank van het land zijn die overal in het land aanwezig is. Ze zijn al in meer dan de helft van het land aanwezig. Ze gaan dus almaar door met het opslokken van kleine visjes. Het is oorlog.

Hebt u ooit van vijandelijke overnames gehoord? [Lachje!] Die vinden er heel wat plaats. Waarom doen ze dat? Omdat het Amerikaanse kapitalisme niet met succes kan werken zonder dat er voortdurend nieuwe markten worden gecreëerd. Soms wordt er een nieuwe markt gecreëerd als er na research en ontwikkeling een gloednieuw produkt op de markt wordt uitgebracht. Meestal echter wordt een nieuwe markt gecreëerd door heel eenvoudig het ontwerp wat aan te passen en wat knoppen te veranderen. In de mode worden mouwen wat korter of wat langer gemaakt. U weet wel wat ik bedoel. Maak de kraag wat wijder of wijzig iets anders. Geplande veroudering speelt ook een rol, dus maken ze dingen zodat ze verslijten, om toekomstige omzet te garanderen. Zo hebben we dus altijd de drang, het gevoel dat we iets nieuws nodig hebben.

Mijn vrouw en ik zagen eens een heel sprekend voorbeeld toen we een ander huis zouden betrekken. We zouden dat huis huren en daarom liepen we door het huis om het te bekijken voordat het leeg was. De vorige bewoner woonde er nog. Evelyn wilde graag de kleerkast zien om te weten hoe groot die was. Het bleek een vrij grote kast te zijn. De bewoner bleek hem vol te hebben hangen met kostuums — kostuums, blazers, sportjasjes, enzovoort. Evelyn begon te tellen. Er hingen vijfentwintig kostuums in die kast. Dat is er bijna één voor elke dag van de maand. Waar heb je vijfentwintig kostuums voor nodig? Ik zou het niet weten. Hij dacht dat hij het wist. Bij de voorbereiding van deze preek vroeg ik me af hoeveel tijd het winkelen voor die vijfentwintig kostuums moet hebben gekost. Deze man was een dienaar (minister). Ik ga hier niet verder op in.

Deze week vertelde ik iemand over een zakenman waarover ik eens las. Die man besloot om de zaken te vereenvoudigen omdat hij zijn denken niet iedere keer verward, afgeleid wilde hebben met na te denken wat hij nu weer zou dragen. Dus was ieder pak dat hij had zwart, donkergrijs of marineblauw. Elk paar sokken dat hij bezat was zwart. Elk paar schoenen dat hij bezat was zwart. De reden dat hij dit deed is volgens zijn zeggen de volgende. Hij wilde niet dat zijn denken iedere dag opnieuw tijd zou verspillen over wat hij die dag zou dragen. Hij was goed gekleed, maar hij maakte een beetje van zijn denken vrij zodat hij zich kon concentreren, zich kon richten op de dingen die hij wilde doen. Het is maar een gedachte. Laten we hier nog wat verder op ingaan. Daartoe lezen we 1 Timotheüs 6:6-10.

1 Timotheüs 6:6-10 Nu brengt inderdaad de godsvrucht grote winst, (indien zij gepaard gaat) met tevredenheid. 7 Want wij hebben niets op de wereld medegebracht; wij kunnen er ook niets uit medenemen. 8 Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn. 9 Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. 10 Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord.

Hier hebben we een aantal verzen waaraan wel een hele preek kan worden besteed, maar ik denk dat we nu al het algemene idee er achter begrijpen. Begeerten (Jacobus 4), indien gecombineerd met afgunst, wat hier wordt genoemd, zijn een geweldige opslokker van tijd. Als deze twee — deze twee zonden — aan het werk gaan, of alleen of gezamenlijk, dan maken ze het leven in sterke mate gecompliceerd. Ze zijn bedrieglijk subtiel in de druk die ze op ons uitoefenen. Maar als ze sterker worden, brengen ze ontevredenheid voort en gevoelens van ongemak — en we gaan denken dat God ons niet liefheeft, dat iedereen tegen ons is, dat we niet hebben wat anderen hebben, dat we er niet net zo goed als anderen uitzien.

Ik denk dat het idee van wat ik bedoel, wel overkomt. Hier wordt dus gezegd "sommigen zijn van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord". Begeerte en afgunst brengen elk apart al heel wat voort, maar ze leiden ook nog tot andere dingen, zoals elkaar beoordelen, elkaar met elkaar vergelijken, depressie. Weet u waar depressie vandaan komt? Het is in feite heel simpel. Het is een zeer sterke op zichzelf gerichte zelfbewustheid. Als je alleen maar over jezelf nadenkt, kun je toch niet anders dan depressief worden? Zo iemand wordt psychologisch ongebalanceerd. Daar is niets gecompliceerds bij. Het is zorg over het eigen ik tot in het extreme doorgevoerd. Er komt ook spijt uit voort. Trots. De reden daarvan is dat begeerte en afgunst onze aandacht van God wegvoeren en op onszelf en andere mensen richt.

De volgende aanhaling ontleen ik aan dat boekje waarover ik u vertelde — Intimacy With The Almighty. Dat boekje haalde Aleksandr Solzhenitsyn aan. Als u ooit de gelegenheid hebt essays van Aleksandr Solzhenitsyn te lezen, moet u dat beslist doen. Ik kan u bijna garanderen dat er een nogal gezonde geest uit spreekt. Hij bracht heel wat jaren gevangen door in de Goelag in Siberië. Terwijl hij daar verbleef [hij was voor die tijd al een heel goede en zeer vruchtbare schrijver], maar terwijl hij daar was, had hij de gelegenheid om veel alleen te zijn en hij was daardoor in staat zijn denken tot het uiterste te scherpen. Op aandrang van de Verenigde Staten werd hij vrijgelaten en de Verenigde Staten verleenden hem politiek asiel. Hij vestigde zich of in Vermont of in New Hampshire, en leefde daar erg spartaans, alhoewel hij op basis van zijn beroemdheid een leven met veel meer gemakken had kunnen leiden. Maar luister naar wat Solzhenitsyn zei. Dit houdt verband met begeerte en afgunst.

Het is genoeg als je niet bevriest van de kou, als honger en dorst je inwendig niet verscheuren, als je rug niet is gebroken, als je kunt lopen en allebei je armen gebruiken, als je ogen kunnen zien en beide oren horen; op wie zou je dan afgunstig zijn en waarom? Onze afgunst op anderen verslindt ons het meest.

Die laatste zin is waar, omdat het ons geestelijk kapot maakt door ons te dwingen ons op onszelf te richten, en ondertussen slokt het enorme hoeveelheden tijd op die beter aan andere dingen besteed hadden kunnen worden. Het is interessant wat voor invloed ontberingen op mannen hebben; en ook op vrouwen. Solzhenitsyn werd er zich heel goed van bewust dat hij in zijn eenzaamheid en ontberingen maar heel weinig nodig had.

Maar ik kende iemand anders die ook heel wat ontberingen heeft geleden. Hij leed die echt, in een Duits krijgsgevangenenkamp in de Tweede Wereldoorlog. Hij had daar niet veel te eten. Hij zwoer zichzelf dat als hij het er levend van af zou brengen, hij nooit meer honger zou lijden. Ik leerde die man pas vele jaren later kennen en hij was toen geweldig zwaar geworden. Hij stierf voor zijn zeventigste. Ik geloof dat hij zichzelf letterlijk heeft dood gegeten, dat zijn vele eten heel wat had te maken met zijn vroege overlijden. Dat is een ander onderwerp waaraan ook wel een hele preek besteed kan worden.

Maar gemeente, toen ik zei dat ik u iets zou opleggen dat vrij zwaar was, meende ik dat echt. Ons leven vereenvoudigen is niet gemakkelijk. Het is als tegen de wind in zeilen, dat is niet aangenaam, maar wel essentieel, en het vereist een grote vastberadenheid, omdat deze twee alleen — begeerte en afgunst — een enorme hoeveelheid tijd opslokken. Misschien trap ik hier wel op iemands tenen, maar gemeente, we zijn niet geboren om te winkelen.

In de vorige preek stipte ik even junk mail aan. Ik begon in te zien, dat ik op het gebied van winkelen heel wat tijd kon winnen door dat minder te gaan doen. Ik wil u niet de indruk geven dat ik almaar aan het winkelen was. Nee, mijn winkelen bestond uit het doornemen van alle reclame die thuis werd bezorgd — de folders en direct mail van de adverteerders uit de omgeving van Charlotte. Ik besloot dus eens op te schrijven van wie ik dacht dat we maandelijks folders kregen. Vergelijk dat eens met de lijst die u zou kunnen maken. Sears, Montgomery Ward, Home Depot, Lowes, True Value Hardware, Penneys, Service Merchandise, Best Buy, Radio Shack, Circuit City, Toys "R" Us, Kohls, Walkama, Revco, Eckert's, Windixie, Food Lion, Reader's Digest, Space Servers, Pets Mart, Home Plate, 84 Lumber, Arby's, Burger King, Boston Market, Wendy's, Mac Donalds,Wal Mart, K-Mart, Target, Very Fine Jewelry Store, Auto Drome, Western Auto, en Manny, Moe en wat hun naam ook maar mag zijn. Daarnaast zal ik er beslist wel enkelen zijn vergeten.

We worden overspoeld met aanbiedingen voor creditcards, allerlei verzekeringen, vakantiecruises, het kopen van time-share vakantieappartementen, auto's en banden. Begrijpt u? Naar hoeveel van deze folders kijkt u? U gaat niet naar het winkelcentrum, maar toch winkelt u. Dat is nog maar een klein gebied waarmee bijna iedereen wordt geconfronteerd — of je nu man of vrouw bent, dat dienen we onder controle te hebben. En vaak, in veel gevallen, gemeente, denk ik dat we dwangmatige, obsessief dwangmatige kopers zijn. We zien het, we moeten het wel doen. We kijken altijd uit naar een koopje en tezelfdertijd besteden we waardevolle tijd die we nooit kunnen terugkrijgen, en we overtuigen ons ervan dat het het allemaal waard is. Maar is het ook nuttig, gemeente? We zijn zuinig met muntjes, maar kwistig met briefjes (in 't Engels: We are penny-wise and pound-foolish).

Laten we nu 2 Corinthiërs 11:3 opslaan.

2 Corinthiërs 11:3 (Statenvertaling) Doch ik vrees, dat niet enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen heeft, alzo uw zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus is.

Ja, God maakte het simpel en eenvoudig, maar wij maken de dingen erg gecompliceerd.

Laten we eens kijken naar wat er in de kerk van God gebeurt. Ik weet niet hoe nauwlettend u het volgt. Ik zeg hier dat de dingen eerst slechter zullen worden alvorens ze beter worden. Misschien worden ze voor een flink lange tijd slechter, voordat ze weer beter worden. Maar ik garandeer u, dat het voor ons heel erg gemakkelijk is om in verwarring te worden gebracht door de complexiteit, of de schijnbare complexiteit van de geschilpunten die er liggen. De verwarring komt niet van God. God staat verwarring toe. Wij zijn het die het complex maken, niet Hij — de eenvoud die in Christus is. De geschilpunten binnen de kerk van God zijn eenvoudig, gemeente.

Blijven wij toegewijd aan Christus, of niet? Ik kan u garanderen dat als u aan Christus toegewijd blijft, God u op de juiste plaats zal brengen. Dat is niet moeilijk. Dat is een zaak van vertrouwen. Hij brengt u daar waar Hij u wil hebben. Hij is de Souverein en Hij kan dat doen. Hij hoeft alleen maar ermee te beginnen de juiste gedachten in uw denken te plaatsen om een bepaalde richting uit te gaan. Als Hij dit kan bij een stijfkop als Cyrus en hem zover kan brengen de joden vrij te laten, dan kan Hij dat zeker bij Zijn kinderen die zich naar Hem willen voegen.

Maar de dingen in de kerk van God worden erg gecompliceerd gemaakt door magazines en tijdschriften als In Transition en The Servant's News. Ik geef die mensen het voordeel van de twijfel, dat ze proberen een goede job te doen in het op de hoogte houden van de mensen, maar ik zeg u dat ze helpen de zaken te verwarren. Ik zei u al dat ik mijn abonnementen heb opgezegd. De reden dat ik dat deed was, omdat ik vond dat ik die artikelen niet nodig had. Ik beschikte reeds over de basiswaarheden die me door God waren gegeven door Herbert Armstrong en ik wil daarnaar terug en we gaan daar weer beginnen. En als God wil dat ze veranderen, dan kan Hij ze veranderen. Ik geloof voor geen moment dat Hij ons door de heer Armstrong heeft misleid. Ik heb geen behoefte aan die andere artikelen. Al die ideeën doen niets anders dan de dingen ingewikkeld maken, de punten zijn in wezen zo simpel. Wij zijn degenen die ze ingewikkeld maken.

In mijn notities ga ik nu over naar iets anders, maar het maakt deel uit van hetzelfde onderwerp. Het heeft van doen met het lezen van magazines — Time, Newsweek, U.S. News and World Report, en de dagelijkse krant. Ik ken mensen die werkelijk alles schijnen te lezen in de krant en dan denken dat ze zich op de hoogte houden van het wereldnieuws. Waarschijnlijk zal ik als een ketter worden beschouwd door het volgende te zeggen, maar gemeente, dat vers (Lucas 21:36) heeft veel teveel nadruk gekregen. Dat vers betekent "wees waakzaam ten aanzien van uw geestelijke conditie". Lees het nog eens. Het nieuws volgen op de TV, in kranten en magazines maakt daar maar een heel klein deel van uit.

Het is inderdaad in geestelijke zin van toepassing. Ik bedoel de woorden "wees dan waakzaam". Maar als het bijna een afgod gaat worden, zodat een groot deel van de dag wordt besteed aan het "op de hoogte blijven van het wereldnieuws" en andere belangrijkere zaken worden verwaarloosd, dan is er iets mis. De tijd moet worden gebruikt om dichter bij God te komen. Maar meestal als we iets ontdekken dat een relatie heeft met profetie, is het maar zo'n klein deel van het geheel — ik bedoel, de vervulling van profetie. Nogmaals, ik kan u garanderen dat als we God werkelijk zoeken en onze relatie met Hem verbeteren, dan zullen we waakzaam zijn met betrekking tot wat er in de wereld gaande is. U kent dat vers wel dat zegt "dat u waardig geacht mag worden" om naar de plaats van veiligheid te gaan, om in die dagen beschermd te worden, op die dag. Denkt u dat u naar de plaats van veiligheid zult gaan omdat u op de TV het wereldnieuws volgt, of denkt u dat u naar de plaats van veiligheid zult gaan omdat uw geestelijke conditie zodanig is dat God u wil beschermen? Dus wees waakzaam voor uw geestelijke conditie. Dat is de belangrijkste toepassing van dat vers.

Wel gemeente, ik zal dit punt nu laten schieten. Ik wilde u nog een tweede punt geven dat zelfs nog moeilijker is dan het eerste. Het eerste was "vereenvoudig uw leven". Het tweede hangt ermee samen en misschien is het vereenvoudigen van uw leven wel nodig om het tweede te kunnen doen. Het tweede punt is — ik vertel u gewoon wat het is. We moeten de eenzaamheid zoeken. Dat betekent dat u alleen bent en een rustige omgeving zoekt. Die twee horen bij elkaar. Beseft u wel hoe sterk we aan geluid zijn verslaafd? Hoevelen van u worden 's morgens gewekt door een radiowekker? Uw dag begint dus met dat soort geluid. U stapt in de auto en als allereerste gaat de radio aan. Gaat u joggen of een eind wandelen, u hebt uw "walkman" bij u en hebt de koptelefoon in uw oor. Overal waar u heengaat wordt u met geluid gebombardeerd. Overal waar u heengaat bent u omringd door mensen.

Is het niet interessant dat God de bijbel liet schrijven door mensen die daar waarschijnlijk van los konden komen en dus rustig konden denken? Gemeente, dat is moeilijk uit te voeren, omdat we niet veel tijd met meditatie doorbrengen. Meditatie is in feite niets anders dan tegen jezelf praten, in plaats van dat iemand anders u geluid in de oren doet klinken en zo in uw denken doet belanden. Misschien is datgene wat uw denken zo ingaat, wel waardevol, maar ik zeg u, dat dit niet werkelijk uw eigendom wordt totdat die kennis in uw hart wordt geschreven en u die gedachten of principes zelf helemaal hebt doordacht.

Er is een groot verschil tussen die twee. Als u iemand anders het hoort zeggen, dan weet u het, maar als u iemand anders het hoort zeggen en u dan tegen uzelf erover praat en het helemaal doordenkt, dan gaat het deel van uzelf uitmaken. Dan weet u dat u weet. U bent overtuigd. Het is niet wat de kerk u zei. Het is wat de kerk u leerde én dat door u is verwerkt, dat is nu van u. Dat kunt u niet doen temidden van allerlei lawaai en geluid. Hiervoor is eenzaamheid en rust nodig.

Dat is langzamerhand wel genoeg voor vandaag. Ik moest opeens nog aan een ander vers denken. Weer terug naar 2 Corinthiërs. Ik las vers 15 uit hoofdstuk 5. We zullen ook eindigen met dat vers, met de woorden: "we moeten niet voor onszelf leven, maar voor Hem, die voor ons gestorven is." Hoofdstuk 6 gaat verder met dezelfde gedachte. Paulus zegt daar:

2 Corinthiërs 6:1 Maar als medewerkers (Gods) vermanen wij u ook de genade Gods niet tevergeefs te ontvangen,

Pas dat toe op deze serie preken.

2 Corinthiërs 6:2 want Hij zegt: ten tijde des welbehagens heb Ik u verhoord en ten dage des heils ben Ik u te hulp gekomen; zie, nú is het de tijd des welbehagens zie, nú is het de dag des heils.

Nú is het de tijd voor ons. We kunnen ons niet veroorloven die tijd te verspillen. Onze aandacht moet dus doelbewust zijn, gericht op het eerst zoeken van het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid.



Loading recommendations...