Feast: Samenvatting over de kalender

De gevaren van een verandering van de kalender
#FOT0009NL

Given 19-Oct-00

description: (hide)

John Ritenbaugh maant tot voorzichtigheid voor het gevaar van aanmatiging, en waarschuwt voor het identificeren van bijbelse types (zoals Jozua en Zerubbabel) met hedendaagse dienaren. Hij maakt duidelijk dat er, met uitzondering van enkele oppervlakkige overeenkomsten, onvoldoende parallellen of gronden voor vergelijking zijn om tot zulke afgeleide conclusies te komen. Twee belangrijke foute, afgeleide conclusies die door hen die de kalender willen veranderen worden gemaakt zijn dat: (1) de kalender te ingewikkeld is en (2) de Joden schuldig zijn aan moedwillige manipulatie om een kalender te creëren die geschikter is voor feitelijk gebruik. De Bijbel zegt nergens dat de kalender eenvoudig zou moeten zijn; alles dat God geschapen heeft, inclusief de Bijbel, de kalender en het leven zelf is ingewikkeld. God gaf ons in volle trouw en betrouwbaarheid een kalender waarbij Hij de verantwoordelijkheid om die te onderhouden aan de natie Israël gaf (niet aan de kerk of bepaalde privĂ©-personen), waardoor orde, stabiliteit en eenheid binnen de cultuur werd gegarandeerd. De Anti-Christ inspireert tot het zich bemoeien met de vastgestelde tijden.


transcript:

Ik weet niet of u zich ervan bewust bent, maar er is — wat ik noemen wil — een koorts van aanmatiging uitgebroken in de Church of God. Ik bedoel niet de Church of the Great God. Ik bedoel de Church of God, punt. Eén man, de leider van een groep, noemt zichzelf "Gods gezalfde". Een ander noemt zichzelf "Gods uitverkorene". Op zichzelf kunnen deze termen als vrij onschuldig worden beschouwd, maar vanwege de omstandigheden waar de kerk zich deze tijd in bevindt, dragen deze titels een illusie met zich mee van iets dat ver uitgaat boven alleen maar een kerkpastor.

Weer een ander noemt zichzelf "de Pastor General" en heeft een programma met de naam "De Voortzetting" — waardoor zij pogen alles voort te zetten, blijkbaar tot het allerkleinste detail, wat Herbert Armstrong heeft ingesteld. Hij identificeerde zichzelf ook als "die profeet" uit Deuteronomium 18:15. Maar er zijn, zoals u weet, diverse mannen die beweren dat zij en hun groep de rechtmatige opvolgers zijn van Herbert W. Armstrong.

De Church of the Great God is niet ontkomen aan deze zelf uitgeroepen aanstellingen, omdat we deze zomer iemand hadden die ons verliet, die meende dat hij Jozua is (uit het boek Zacharia) en ik Zerubbabel (uit hetzelfde boek). De logische conclusie daarvan is dat een vrij duidelijke aanduiding in het boek Zacharia te vinden is, dat Zerubbabel en Jozua "typen" zijn van de twee getuigen.

Hierin ligt een grote mate van ijdelheid, trots en aanmatiging besloten. Er is absoluut geen enkel bewijs dat één van ons voldoet aan wat in het boek Zacharia beschreven wordt. Ik ben niet meer dan een kerkpastor, die doet waartoe God me aanstelde door mijn ordinatie tot dienaar binnen de Church of God. Wat ik hier zeg of ga zeggen, maakt sommige mensen een beetje schichtig, maar ik wil u laten zien dat ik me op schriftuurlijke gronden beweeg. Laten we 1 Timotheüs 5:19-20 opslaan. Paulus schrijft hier aan Timotheüs en hij zegt:

1 Timotheüs 5:19-20 Gij moet geen klacht tegen een oudste aannemen, tenzij er twee of drie getuigen zijn. 20 Wie in zonde leven [duidend op oudsten die zondigen], moet gij in aller tegenwoordigheid bestraffen, opdat ook de overigen ontzag hebben.

U zult zich herinneren dat toen Petrus zondigde — in het punt dat in de brief aan de Galaten wordt vermeld — Paulus Petrus in aller tegenwoordigheid (ook al was hij een apostel) terechtwees, omdat zoals Paulus daar zei, hij verkeerd bezig was! Darryl gebruikt de kalender als een brandpunt om de aandacht op zichzelf te vestigen en daarmee een aanhang te verwerven — bewerend dat hij daar een gewetensprobleem mee heeft. Ik twijfel in geen enkel opzicht dat hij daar een gewetensprobleem mee heeft. Maar hij zegt de mensen dat hij en ik in de toekomst weer bij elkaar zullen komen en dat we samen het werk van Jozua en Zerubbabel zullen gaan doen.

Hij bedoelt daar ogenschijnlijk mee dat ik me zal bekeren en zijn kalender zal aannemen. Ook in dit opzicht moet ik een uitleg geven. Er is geen enkele aanwijzing dat de twee getuigen het niet in alle dingen met elkaar eens zijn. Dat wil zeggen voor wat betreft de belangrijke leerstellingen. Ik wil u een belangrijke, belangrijke fout in zijn denken aantonen — en natuurlijk ook het denken van hen die hem volgen. Gewoon ter illustratie, laten we veronderstellen dat ik Zerubbabel ben en dat hij weet dat ik Zerubbabel ben.

Zacharia 4:6a Hij antwoordde mij: Dit is het woord des HEREN tot Zerubbabel: ...

Luister hiernaar! Dit wordt tot Zerubbabel gezegd.

Zacharia 4:6b-10 ...: niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! zegt de HERE der heerscharen. 7 Wie zijt gij, grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel wordt gij een vlakte; hij zal de gevelsteen naar voren brengen onder het gejubel: heil, heil zij hem! 8 En het woord des HEREN kwam tot mij: 9 De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien, en gij zult weten, dat de HERE der heerscharen mij tot u gezonden heeft. 10 Want wie veracht de dag der kleine dingen? Zij zullen zich verblijden, als zij het paslood zien in de hand van Zerubbabel — Deze zeven zijn de ogen des HEREN, die de ganse aarde doorlopen.

Neem de volgende punten in overweging. De menselijke bouwer van de tempel wordt duidelijk aangeduid als Zerubbabel (niet Jozua). God geeft aan hem (Zerubbabel, niet Jozua) de bemoediging van een geweldige geestelijke hulp. Zerubbabel legt het fundament en voltooit het bouwwerk. Gemeente, ik heb geen fundamenten gelegd. Dat is één manier waarop ik zeker weet dat ik NIET Zerubbabel ben. Ik heb geen fundamenten gelegd voor de Church of God. Ik hoop dat ik help te bouwen op wat iemand anders heeft gelegd. Ik ben Zerubbabel NIET.

Het boek laat zien dat Zerubbabel macht heeft om grote dingen tot stand te brengen (niet Jozua). Het laat zien dat Zerubbabel het fundament legt en het bouwwerk voltooit, en misschien wel het belangrijkste voor deze preek, misschien is het belangrijkste wel dat het laat zien dat Zerubbabel (niet Jozua) het paslood vasthoudt. Het paslood of het schietlood is een motief — een beeld — dat zowel in Amos als in Zacharia wordt gebruikt om de standaard van gerechtigheid aan te duiden waar men naar moet kijken. Laat dat tot u doordringen!

De standaard van gerechtigheid waar men naar moet kijken! Daartegen wordt men gemeten om vast te stellen wat goed is en wat kwaad.

Degene die het paslood vasthoudt, erop duidend dat diegene de persoon is die goed is, is Zerubbabel (niet Jozua). Aannemende dat ik (zoals hij zegt) Zerubbabel ben, zijn zowel Darryl als degenen die hem volgen ernstig misleid door te geloven dat hij het met het punt van de kalender bij het juiste eind heeft. Begrijpt u wat ik tot zover heb gezegd? De Bijbel maakt heel duidelijk dat ALS er enig verschil (van mening, leerstelling of wat dan ook) is tussen Jozua en Zerubbabel, dat DAN Zerubbabel het bij het juiste einde heeft! Maar laat me hier toevoegen dat er nergens in de Bijbel een aanwijzing wordt gegeven dat er enig verschil van mening — over leerstellingen — is tussen Zerubbabel en Jozua. In dit voorbeeld is het dus Jozua die het bij het verkeerde eind heeft. Er moet naar Zerubbabel gekeken worden voor de juiste leerstellingen en oprecht ['loodrecht'] gedrag.

Darryl heeft het op verschillende punten bij het verkeerde eind. (1) Ik ben Zerubbabel niet. (2) Hij is Jozua niet. En (3) zijn kalender is even verkeerd als de andere acht of negen modellen die er binnen de Church of God de ronde doen. ALS ik Zerubbabel zou zijn, waarom zou Jozua (die verondersteld wordt bekeerd te zijn en te "weten" dat ik Zerubbabel ben) dan in vredesnaam de kant van hem die het bij het juiste eind heeft, willen verlaten? Dat is niet logisch. Dat tart alle logica. Bovendien wordt in Gods woord duidelijk tot uiting gebracht dat Zerubbabel degene is die de leiding heeft over het team.

We gaan nu naar vers 11. Dit is in zekere zin enigszins een uitweiding, maar deze past hier. En deze past ook in de preek die ik maandag over het boek Openbaring gaf.

U moet zelf maar uitmaken hoe de chronologie in elkaar zit. Of misschien zeg ik u wel waar het past.

Zacharia 4:11-14 Ik nam het woord en vroeg hem: Wat betekenen deze twee olijfbomen rechts en links van de kandelaar? 12 Andermaal nam ik het woord en vroeg hem: Wat betekenen de twee olijftakken, die door twee gouden buizen het goud van zich doen uitvloeien? 13 En hij zeide tot mij: Weet gij niet, wat zij betekenen? Ik antwoordde: Neen mijn heer. 14 Toen zeide hij: Zij zijn de twee gezalfden die vóór de Here der ganse aarde staan.

Hier hebben we enkele toevoegingen waar we over kunnen nadenken. De twee olijfbomen zijn de twee getuigen van Openbaring 11:1-6. Dat wordt duidelijk in Openbaring 11 getoond. Zij zijn de twee olijfbomen. Mijn studiebijbel bevat hier in Zacharia 4 een heel interessante opmerking met betrekking tot dit punt. Ik zal parafraseren wat zij zeggen, omdat het een vrij lange notitie is. Sommige dingen die ik zeg zullen exacte aanhalingen zijn, de rest zal een parafrase zijn om zeker te stellen dat we dit allemaal zullen begrijpen. Zij zeggen:

Het Hebreeuws is heel specifiek in zijn beschrijving van dit beeld dat Zacharia werd gegeven. Dit is geen menora. In Openbaring 1 zien we een menora. Maar dit is geen menora. Dit beschrijft een enkelvoudige kandelaar die oprijst naar een groot bekken dat er bovenop is geplaatst en dit bekken tevens ondersteunt. Het bekken wordt omringd door zeven lampen (blijkbaar op een wat lager niveau zodat de olie uit het bekken naar de lampen kan vloeien). De olie vloeit van de [twee] bomen (één aan elke kant van het bekken) in het bekken en vandaar in zeven slangetjes of buisjes verbonden aan elk van de zeven lampen.

 

Met andere woorden er zijn zeven buisjes voor elke lamp, zodat er in totaal negenenveertig buisjes aan het bekken ontspruiten. Er wordt dus duidelijk getoond dat de twee getuigen de gehele kerk vóór de Verdrukking overvloedig voeden. Als we dit combineren met Openbaring 2 en 3, geeft dit een sterke aanwijzing dat er binnen de kerk zeven afzonderlijke organisaties zijn en de twee getuigen, die vóór de Verdrukking op het toneel verschijnen.

Nogmaals, houd dat beeld vast van de twee olijfbomen — Zerubbabel en Jozua, de twee getuigen. Er is geen aanwijzing van verschil van mening als zij beiden de kerk voeden. Dit is belangrijk vanwege wat er in de laatste maanden is gebeurd en in het bijzonder tijdens de afgelopen zomer. Teneinde een verschil van mening tussen Zerubbabel en Jozua te bedenken, moest Darryl een heel bekend schriftgedeelte — Jesaja 52:7-8 — op een geweldige manier verkeerd interpreteren.

Jesaja 52:7-8 Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning. 8 Hoor, uw wachters verheffen de stem, zij jubelen tezamen, want met eigen ogen [Statenvertaling: oog aan oog] zien zij, hoe de HERE naar Sion wederkeert.

We kunnen daar naar kijken en op het eerste gezicht zouden we de indruk kunnen krijgen dat er misschien een verschil van mening zou kunnen zijn geweest — daar ze het nu samen doen. Enig onderzoek in praktisch elk commentaar maakt ons dit echter duidelijk.

Adam Clarke zegt dat dit vers vertaald zou moeten worden met "al uw wachters". Al is meer dan twee. Elke stad werd aan vier zijden door wachters verdedigd. Er stonden mensen op de muur. Dit kon variëren van twee aan elke kant van de stad tot tientallen aan elke kant van de stad. Hij zegt dus dat het vertaald zou moeten worden met "al uw wachters" — niet slechts twee.

De Interpreter's Commentary zegt dat "oog aan oog" niets vandoen heeft met een overeenkomst volgende op onenigheid. Het heeft alles vandoen met het feit dat alle wachters op hetzelfde moment getuige zullen zijn van hetzelfde gebeuren. Waar zijn ze getuige van? Zij zijn getuige van de wederkomst van Jezus Christus.

Deze dingen hebben mij ertoe gebracht te geloven — tenminste van mening te zijn — dat (1) hij of op dit punt heel sterk moet zijn misleid of dat (2) dit punt van de kalender is bedacht om zijn persoonlijke ambities gestalte te geven. Aan de andere kant is dit punt van de kalender heel wat ernstiger dan veel mensen denken. Sinds 1960 ben ik al van tijd tot tijd met de kalender geconfronteerd. En ik denk dat ik in die tijdsperiode de essentie van een juist begrip heb kunnen terugbrengen tot een klein aantal principes.

Ik breng dit naar voren omdat er mensen zijn die heel ernstige beslissingen nemen, die hun behoud zouden kunnen beïnvloeden. Door enkele artikelen over de kalender in te kijken en deze misschien enige maanden lang te bestuderen, denken ze op de een of andere manier dat ze over de waarheid beschikken! Zij lazen al deze artikelen. En dan — (1) omdat iemand hun zegt dat de Joden in de tijd van Christus geen uitstelregels hanteerden en (2) omdat iemand (door de Talmoed of de Misjna of een of andere encyclopedie aan te halen) een soort van bewijs schijnt te leveren — vermoeden ze dat deze mensen die deze artikelen schrijven, gelijk moeten hebben in wat ze zeggen. Wat er in feite gebeurt, is dat deze mensen slachtoffer worden van knap in elkaar gezette verhandelingen.

In dit tijdperk lijden we aan overvoering van informatie. Dat gebeurt zowel in de kerk als in de wereld. Ik weet dat in het bijzonder iedereen van u die toegang heeft tot internet, begrijpt wat een overdadige hoeveelheid aan informatie daar te vinden is. Wij komen er op ons kantoor achter dat heel veel alarmerende informatie die via het web bij ons aankomt, gewoon niet waar is als iemand de bron van deze informatie natrekt. Veel van dit sensationele nieuws wordt geschreven door mensen met bijbedoelingen. En diegenen onder ons die rechtstreeks betrokken zijn bij het produceren van een tijdschrift — zoals de FORERUNNER — moeten heel voorzichtig zijn om deze informatie na te trekken voordat we datgene wat we printen openbaar maken (aan u, bijvoorbeeld).

U zult heel voorzichtig en geduldig moeten zijn in de komende tijd, omdat we recentelijk iets hebben vernomen — namelijk dat sluwe mensen op computergebied de middelen hebben ontwikkeld om spontaan virtueel nieuws te creëren. Ik weet dat de meesten van u de ontnuchterende werkelijkheid niet kunnen bevatten dat we hiermee te maken krijgen. Ik zal u echter een beetje inzicht geven van wat er op het punt staat plaats te vinden. Met andere woorden dit kan nu worden gedaan. Maar zij werken aan de verdere ontwikkeling ervan, zodat ze in staat zullen zijn dit in een handomdraai te doen. Dat is dus praktisch onmiddellijk!

 

Zij die deze film zagen, zullen zich de film "Wag the Dog" in gedachten halen. In die film verzonnen de presidentiële adviseurs een zogenaamde oorlog die nergens ter wereld plaatsvond — alleen op televisie voor het Amerikaanse publiek. U kunt zich waarschijnlijk ook films (zoals "Jurassic Park" en "Star Wars") herinneren die bijna geheel computergegeneerd waren. Hiermee krijgen we te maken — virtueel nieuws kan computergegeneerd zijn.

Door computers en in films die tijdens tv-nieuwsuitzendingen worden uitgezonden, kunnen mensen "uit de doden worden opgewekt". En al leven deze mensen niet meer, toch kunnen ze hen dingen laten zeggen die ze nooit zeiden terwijl ze in leven waren. Met andere woorden deze mensen worden woorden in de mond gelegd. Het is allemaal perfect gesynchroniseerd, alsof ze deze dingen werkelijk zeggen. Ze maken het dusdanig alsof ze die dingen op dat moment letterlijk zeggen.

Misschien kunnen ze u daarmee niet bedriegen, omdat u weet dat deze mensen dood zijn en dat dit niet meer is dan een film of zoiets. Maar ernstiger is dat zelfs levende mensen die machtsposities bekleden kunnen worden getoond (in computergegeneerde nieuwsuitzendingen) terwijl ze toespraken houden, vragen beantwoorden in een nieuwsconferentie of handelingen uitvoeren die ze nooit hebben gezegd of gedaan. En ze kunnen het ter plaatse maken alsof u het voor de allereerste keer ["life"] ziet. En de enige beperking hieraan is dat wat er zich in het geheugen van de computer bevindt. Die gebeurtenissen vonden nooit ergens plaats — behalve inwendig in een computer en in het slechte denken van de persoon achter de computer. De computer kan een crisis genereren en deze crisis kan dienen als heel effectieve propaganda teneinde het publieke gevoel te manipuleren. Het publiek wordt er dan toe aangezet dingen te gaan geloven die op absoluut niets werkelijks zijn gebaseerd.

Ik breng dit naar voren omdat we in een tijd aankomen waarin geprofeteerd wordt dat er wonderen zullen plaatsvinden. Al zullen die wonderen in sommige gevallen echt zijn, ik vertel u dit opdat u zich ervan bewust zult zijn, geduldig zult zijn, rustig zult blijven en wachten tot er meer bewijs wordt geleverd of deze dingen al of niet werkelijk plaatsvinden. Zoals u weet zal het Beest op het toneel verschijnen als iemand die een groot weldoener is voor de mensheid, en de valse profeet zal mensen ertoe aanzetten het Beest te aanbidden. Ik ben er vrij zeker van dat ook hij enkele "wonderlijke" dingen zal doen. Wie weet of ze wel of niet werkelijk plaatsvinden? Sommige zullen werkelijk plaatsvinden, andere niet. LAAT U NIET VOOR DE GEK HOUDEN! Dat is mijn boodschap.

Het verontrust me omdat mensen betreffende de kalender worden "bedrogen" — op basis van heel weinig informatie en praktisch geen onderzoek van hun kant. (Misschien enkele artikelen.) Een echtpaar schreef me dat ze iets in een encyclopedie hadden gelezen. Dat waren één of twee regels in een encyclopedie die zei: "De kalender heeft in zijn huidige vorm bestaan sinds 358 A.D."

Op basis van die ene zin waren zij ervan overtuigd dat Darryl het bij het rechte eind had. Dat wil zeggen toen ze het combineerden met zijn persoon. Sommigen schijnen bereid iets te geloven eenvoudig omdat het of (1) past binnen een vooroordeel dat ze reeds hadden, of (2) omdat zij aangetrokken worden door de persoonlijkheid van iemand.

In het algemeen worden er twee verkeerde benaderingen gehanteerd door hen die aandringen op een verandering van de kalender. (Ik noem ze maar gewoon de "kalenderaanpassers".) Dit zijn de benaderingen die ze in hun uiteenzettingen volgen. De eerste is dat de berekende Hebreeuwse kalender te ingewikkeld is. "De kalender moet eenvoudig zijn" zeggen ze, "zodat de gewone mensen die kunnen snappen." De tweede is dat de Joden schuldig zijn aan opzettelijke manipulatie teneinde een kalender te produceren die in het feitelijke gebruik gemakkelijker is. Met andere woorden de Joden introduceerden de uitstelregels in de kalender om te manipuleren op welke dagen bepaalde Feesten zouden vallen, zodat er zoveel mogelijk (1) een voorbereidingsdag aan het Feest vooraf zou gaan en (2) een Heilige Dag nooit onmiddellijk vooraf zou gaan aan of zou volgen op een wekelijkse sabbat.

We gaan weer terug naar de eerste benadering, dat de kalender eenvoudig moet zijn. Er wordt een belangrijke fout gemaakt door de kerk te scheiden van Israël. Ik heb het over de natie Israël — niet de natie Juda daar in het Midden-Oosten. Ik heb het over het "Israël" van de Bijbel! Er wordt dus een belangrijke fout gemaakt door de kerk te scheiden van Israël. Gods doel wordt uitgewerkt middels de natie Israël. In één opzicht is de kerk slechts een uitweiding binnen de lijn der gebeurtenissen.

De kerk is een belangrijke uitweiding en is belangrijk voor Gods doel. Maar de kerk wordt in de Bijbel gezien als deel van Israël. De kerk is een instituut binnen Israël. Begrijp dit — de berekende Hebreeuwse kalender is de kalender van de natie ISRAËL. En deze kalender heeft bestaan zo lang Israël bestaat (zoals we later in de preek zullen aantonen).

Waar zegt God in de Bijbel dat de kalender eenvoudig moet zijn? Dat staat nergens! Nergens staat er ook maar iets dat enige aanleiding zou kunnen geven dit te gaan denken. Zo'n gedachte is volkomen onzin en is slechts een verzinsel van hen die een aanpassing willen. Denk eens na over het volgende principe. Er is niets dat God schept, dat eenvoudig is. De scheppingen van God zijn inderdaad logisch (als men ze eenmaal begrijpt), maar ze zijn niet "eenvoudig".

Ik hoorde eens iemand zeggen dat één enkele "eenvoudige" menselijke cel ongeveer net zo ingewikkeld is als het stratenboek van New York City. Misschien is de illustratie niet precies qua nauwkeurigheid, maar deze illustreert dat er voor wat betreft het leven in het geheel niets "eenvoudig" is. En een "eenvoudige" cel is een wonderbaarlijke, fantastische vinding — die ingewikkeld is.

De dingen die God schept zijn uitzonderlijk ingewikkeld. Daar valt ook Zijn woord onder. Dit Boek is de schepping van het denken van God. En praktisch alles dat God schept kan op diverse manieren gebruikt worden — evenals lucht en water op verschillende manieren gebruikt kunnen worden. God heeft Zijn woord op zo'n manier geschreven dat de boodschap ervan op wonderbaarlijke wijze moet worden geopenbaard.

1 Corinthiërs 2:6-9 Toch spreken wij [zegt Paulus] wijsheid bij hen, die daarvoor rijp zijn, een wijsheid echter niet van deze eeuw, noch van de beheersers dezer eeuw, wier macht teniet gaat, 7 maar wat wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid. 8 En geen [G-E-E-N] van de beheersers [de leiders, de knappe koppen, de geleerden] dezer eeuw heeft van haar geweten, want indien zij van haar geweten hadden, zouden zij de Here der heerlijkheid niet gekruisigd hebben. 9 Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben.

Zonder Gods wonderbaarlijk tussenbeide komen in ons leven — waardoor Hij iets losmaakt in ons denken om Zijn woord begrijpelijk en zinvol voor ons te maken — zou het nooit tot ons doordringen! Daar is een openbaring van God voor nodig.

1 Corinthiërs 2:10 Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods.

De gehele werking van Gods plan van behoud is op geloof gebaseerd. Geloof wordt heel gemakkelijk gedefinieerd, maar de werkelijkheid om ernaar te leven — in alle omstandigheden van het leven — is uitzonderlijk ingewikkeld! Geloof gaat gepaard met een voortdurend sterker wordend vertrouwen. Vertrouwen werkt vanaf de tijd van dat men iets gaat geloven totdat men datgene in bezit krijgt waarop men hoopt. Het toepassen van geloof (dat is het toepassen van vertrouwen in God) vindt plaats tijdens ingewikkelde tijdsperioden en omstandigheden, waarin men niet volledig begrijpt wat er gaande is — terwijl God bezig is met scheppen! We hebben hier met diepgaande dingen vandoen. Het leven is niet eenvoudig voor hen die uit geloof moeten leven!

2 Petrus 3:15-16 en houdt de lankmoedigheid van onze Here voor zaligheid, zoals ook onze geliefde broeder Paulus naar de hem gegeven wijsheid u geschreven heeft, 16 [Let hier op een klein vier-letter woord.] evenals in alle brieven, wanneer hij over deze dingen spreekt. Daarin is een en ander moeilijk te verstaan, wat de onkundige en onstandvastige lieden tot hun eigen verderf verdraaien, evenals trouwens de overige schriften.

In alle brieven van Paulus staan er sommige dingen die moeilijk te begrijpen zijn. De Bijbel is niet "eenvoudig". De Bijbel is een schepping van God. God heeft hem omwille van Zijn eigen redenen geschreven op de manier waarop Hij dat heeft gedaan. Zodoende kan de mens er niet zomaar in kijken en hem begrijpen. Zelfs mensen die bekeerd zijn en die erin kijken begrijpen hem in veel gevallen niet.

Waar staat dat de kalender eenvoudig moet zijn? Begint u te begrijpen waar ik op uit ben? De kalender past bij de rest van de Bijbel. De Bijbel is ingewikkeld. En ook de kalender is ingewikkeld. Deze kwam voort uit het grootste denkvermogen dat er in het gehele universum is, en Hij koos ervoor hem op deze manier in elkaar te zetten. Hij geeft begrip aan hen die zich aan Hem overgeven en aan hen die door Hem uitverkoren zijn.

Romeinen 11:33-34 O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! 34 Want: wie heeft de zin des Heren gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest?

Daniël 12:4 Maar gij, Daniël, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen.

Dat is nogal duidelijk. Dat boek zal tot de tijd van het einde voor de mensheid absoluut toegesloten zijn.

Daniël 12:9 Doch hij zeide: Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd.

Gods woord heeft diepgang en er is openbaring voor nodig om het te begrijpen. Waarom zouden we in vredesnaam denken dat de kalender eenvoudig zou moeten zijn? De kalender past precies bij de manier waarop God al het andere geschreven heeft.

Johannes 6:60 Vele dan van zijn discipelen hoorden dit en zeiden: Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren [begrijpen]?

Hoe vaak, gemeente, hebt u profetieën gelezen die zeggen: "Dan zult gij weten dat ik de Heer ben." God waarschuwt ons dat we het niet zullen begrijpen totdat het achter de rug is en we erop kunnen terugkijken. Heeft iemand reeds begrepen en is hij al in staat geweest aan te duiden wanneer Christus zal wederkomen? Nooit van zijn leven!

Hier hebben we één van de manieren waarop de kalenderaanpassers een beroep doen op het denken of de logica van mensen. Dit is de manier waarop ze het brengen. Ze zeggen: "Veronderstel dat iemand door de Verdrukking gaat en niet de beschikking heeft over de kalender. Hoe kan zo iemand dan tijdens de Verdrukking de Feesten houden?" Dat is een voorstelling die aanlokkelijk lijkt — totdat we erover beginnen na te denken.

Laten we Jeremia 30 opslaan. Bent u er ooit bij blijven stilstaan om te bedenken dat het voor hen die door de Verdrukking gaan misschien zelfs niet mogelijk is de wekelijkse sabbat te houden, laat staan de Heilige Dagen? Die mensen zullen geen plezierig leven hebben tijdens de Verdrukking. Sommige mensen hebben op de een of andere manier het idee dat het hun vrij zal staan om heel wat te doen. Dat is echter niet wat ik in de Bijbel zie.

Jeremia 30:6-7 Vraagt toch, ziet, of een man baart; waarom zie Ik iedere man met zijn handen aan zijn heupen als een barende en heeft elk gelaat een lijkkleur gekregen? 7 Wee, want groot is die dag, zonder weerga; een tijd van benauwdheid is het voor Jakob; maar daaruit zal hij gered worden.

Een tijd zonder weerga!

Sommigen van u hebben misschien op directe wijze oorlogvoering meegemaakt. Ik heb dat niet. Ik heb heel wat films gezien die, laten we zeggen, lieten zien hoe aan het eind van de Tweede Wereldoorlog het platgebombardeerde Duitsland — of Italië — er uitzag. We zijn allemaal enigszins vertrouwd met de holocaust die op de Joden werd begaan. Hoe erg de Tweede Wereldoorlog ook was, deze zal niets zijn in vergelijking met de tijd van Jakobs benauwdheid. Die tijd zal zo erg zijn, op wereldomvattende schaal, dat de Bijbel aangeeft dat — tegen de tijd dat het allemaal voorbij is — slechts 10% van de huidige wereldbevolking in leven zal zijn.

Denken deze mensen dat ze dan de Heilige Dagen zullen kunnen houden? Het zal de meest intense tijd van massamoord zijn die ooit op aarde heeft plaatsgevonden. En we weten heel goed dat Openbaring 3:18 heel duidelijk stelt dat de Laodiceeërs door het vuur van de Verdrukking zullen moeten gaan. Hij zei: "Koop van Mij goud, dat in het vuur gelouterd is."

Ezechiël 5:1-4 En gij, mensenkind, neem een scherp zwaard, dat gij gebruiken moet als het scheermes van een barbier; beweeg het over uw hoofd en over uw baard; neem dan een weegschaal en verdeel de haren. 2 Een derde deel zult gij midden in de stad met vuur verbranden, wanneer de dagen der belegering ten einde zijn; en een derde deel zult gij nemen en daar met het zwaard omheen slaan; en een derde deel zult gij in de wind strooien, want achter hen zal Ik het zwaard trekken. 3 Dan zult gij enkele van die haren nemen en die vastbinden in uw slippen. 4 En gij zult er nog enige [Statenvertaling: van die (dus van die haren die zojuist vastgebonden waren in zijn slippen)] nemen, die midden in het vuur werpen en met vuur verbranden; daaruit zal vuur voortkomen tegen het gehele huis Israëls.

Als we deze profetie op de juiste manier begrijpen, stellen die enkele haren (de laatstgenoemde, genomen van die in zijn slippen waren gebonden en daarna in het vuur werden geworpen en verbrand) de Laodiceeërs voor die tijdens de Verdrukking, nadat het vijfde zegel geopend is, de marteldood zullen sterven. Ik weet niet of u dit begrijpt, maar het schijnt nogal duidelijk dat geen enkele Laodiceeër de Verdrukking zal overleven. Haar is het meest ontvlambare deel van ons lichaam. Als we haar pakken en het in het vuur gooien, pfft — dan is het verdwenen.

Volgens het oordeel van Jezus Christus hebben de Laodiceeërs — vanwege hun houding en gedrag (hun gedrag jegens Hem en Zijn weg) — hun recht verspeeld op de plaats van veiligheid, en om te leven om de sabbat en de Heilige Dagen te houden. Zij hebben God gezegd dat ze geen behoefte aan Hem hebben — ze hebben nergens behoefte aan. Deze mensen hebben geen behoefte aan "een eenvoudige kalender". Zij hebben behoefte aan de juiste kalender. En zij moeten zich daaraan onderwerpen! Dat wil zeggen zich onderwerpen aan de kalender die God Zijn kerk gegeven heeft.

 

Waar is God in dit alles binnen het kleine scenario dat ik zojuist heb geschetst? Waar is God — als zij door omstandigheden heenmoeten die het uiterste van hen vergen zonder dat Hij de dingen begeleidt? Laat God zijn volk zonder begeleiding? Daar komt wat deze mensen zeggen, praktisch op neer. Is God ontrouw? Ik zeg u dat deze mensen leven bij wat ze zien — bang zijn voor omstandigheden die niet zullen plaatsvinden, omdat God God is! HIJ IS GETROUW! Hij heeft Zijn kerk reeds de kalender gegeven die Hij wil dat wij hebben. En deze mensen scheiden zich hiervan af — trouweloos.

Hij is Degene die TROUW is.

Ik wil samen met u een snelle reis door de tijd maken. We zullen hier in Exodus 12 beginnen en dan verwijs ik alleen maar naar de andere schriftgedeelten die ik hier heb staan, omdat ik weet dat u daar bekend mee bent en ik weet dat u de betekenis zult begrijpen van waar ik het over heb.

Exodus 12:1 En de HERE zeide tot Mozes en tot Aäron in het land Egypte:

Let op: "in het land Egypte." Dat is dus vóór zij ooit Egypte verlieten — terwijl ze nog slaaf waren in Egypte.

Exodus 12:1-2 En de HERE zeide tot Mozes en tot Aäron in het land Egypte: 2 Deze maand zal u het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste der maanden van het jaar zijn.

 

Ze hadden reeds een kalender! (Zelfs vóór ze uit Egypte trokken.) En gemeente, dat was niet de Egyptische kalender. Dat wordt heel duidelijk bewezen door archeologen. Egypte heeft altijd een zonnekalender gehad. De Hebreeuwse kalender is op zowel de zon als de maan gebaseerd. Daar er zoveel dingen in de piramiden, tempels en begraafplaatsen over heel Egypte verspreid gevonden zijn, is het heel duidelijk dat Israël de Egyptische kalender niet gebruikte. Dit [hier in Exodus 12] was de kalender die God hun gegeven had. Zelfs voordat ze uit Egypte trokken, wisten ze reeds wat de eerste maand van het jaar zou zijn.

Tegen de tijd dat we in Exodus 16 aankomen, zijn ze niet langer in Egypte. Wat gebeurde er in Exodus 16? God verzekerde Zich ervan dat ze begrepen waar op die kalender de sabbat viel. Voor het geval ze dat niet meer wisten, maakte Hij hun door het manna duidelijk waar de sabbat op die kalender viel. Dat gebeurde zelfs vóór de berg Sinaï en het geven van de wet. Dat gebeurde zelfs vóór Leviticus 23 en de opsomming van de Heilige Dagen. Dit was veertig jaar voordat ze in het land aankwamen. Ongeveer zevenenveertig jaar voordat de tabernakel en het koperen altaar in het land werden opgericht en ze de ceremonies konden uitvoeren, maakte God duidelijk dat Israël een kalender had. En ze wisten hoe ze die kalender moesten gebruiken.

Laten we Romeinen 15 opslaan. Dit is gericht tot de kerk.

Romeinen 15:4a Al wat namelijk tevoren geschreven is [Exodus 12, Leviticus 23, Exodus 16 en de boeken Jozua, Richteren, enzovoort], werd tot ons onderricht geschreven, ...

We kunnen rechtstreeks uit Gods woord leren dat de Israëlieten (het begin van de kerk in de woestijn) een kalender hadden en dat God hun die duidelijk maakte! Ze hadden een kalender nodig om de Heilige Dagen te kunnen houden. Ze hadden een kalender nodig om zelfs maar de wekelijkse sabbat te kunnen houden. De getrouwe God voorziet in alle behoeften van Zijn volk.

Romeinen 15:4 Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij [de kerk] in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden.

Waarom hoop? We kunnen hoop hebben, omdat God de patronen die Hij in het Oude Testament geeft, heeft vastgesteld. En die patronen wijken nooit af — omdat als God afwijkt Hij niet vertrouwd kan worden. En daarom stelt Hij voor alles vaste patronen vast. En Hij conformeert Zich aan die patronen, zodat we hoop kunnen hebben. Om geloof te hebben moeten we hoop hebben die ermee samengaat — dat deze dingen bereikt kunnen worden en dat Hij werkelijk vertrouwd kan worden.

Jacobus 1:17 Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.

Geen verandering — geen variatie in Gods patroon! Hij stelt dus een patroon vast voor allen die aan de pelgrimstocht zullen gaan deelnemen — zoals wij allemaal hebben gedaan sinds 1933 en 1934. We gingen aan diezelfde pelgrimstocht deelnemen — in principe, in de geest — als die mensen (daar in Exodus 12) die uit Egypte trokken. In 1933 en 1934 begon Herbert Armstrong te prediken en begon de pelgrimstocht van de Worldwide Church of God. Al voorttrekkende zijn er sommigen die sterven, maar anderen worden toegevoegd. En de kalender heeft van het begin af aan daarbij zijn rol gespeeld.

Welke kalender werd u gepresenteerd, toen u aan die pelgrimstocht ging deelnemen? Dezelfde als die aan Herbert Armstrong werd gepresenteerd! Welke kalender werd hem gegeven, toen hij aan de pelgrimstocht ging deelnemen? Bent u zich ervan bewust dat niemand, in al hun onderzoeken, ooit enige referentie over de kerk — in welke tijd van haar geschiedenis dan ook — heeft ontdekt dat ze een andere kalender zou gebruiken dan dezelfde als die de Joden gebruiken? Het is de Hebreeuwse kalender.

Herbert Armstrong begon de feesten te houden op de data waarop de Joden die hielden. Na enkele jaren ontdekte hij dat ze Pinksteren op de verkeerde datum, op de 6e Sivan, hielden. Hij telde het opnieuw uit, maar hij telde uit naar een andere verkeerde dag, omdat hij telde zoals een Engelssprekend iemand telt. Dat is exclusief. Een aantal jaren lang hield de kerk Pinksteren dus op maandag. Maar de verandering (van de 6e Sivan naar maandag) veranderde het onderliggende kalendersysteem niet. Dat wil zeggen het systeem op basis waarvan de kalender wordt gemaakt.

Herbert Armstrong kwam er dus dichter bij, maar nog niet helemaal. Hij liet daarmee echter zien dat er een bereidheid tot veranderen aanwezig was, als men hem liet zien dat hij het bij het verkeerde eind had. En wij hielden het in het algemeen in een goede houding, totdat het (in 1973-74) werd ontdekt dat we hadden moeten tellen als een Hebreeuwssprekend iemand — inclusief — te beginnen op zondag en eindigend op zondag (in plaats van op maandag). Maar nogmaals toen de verandering werd gemaakt, bracht dat geen verandering in het onderliggende kalendersysteem.

In 1940 werd er een onderzoek naar de kalender ingesteld tengevolge van een uitdaging van een oudste uit de Church of God Seventh Day. Herbert Armstrong en de gemeente van Eugene oordeelden dat zij niet de autoriteit bezaten om een verandering aan te brengen. Dit was een inspanning van de gehele gemeente om te zien wat ze over de kalender konden leren. Zij kwamen tot de conclusie dat ze niet de autoriteit bezaten een verandering aan te brengen, en dat was een juiste beslissing.

Er werd na de start van Ambassador College nog enkele keren een onderzoek naar gedaan, maar alweer geen verandering. Toen in 1974 Pinksteren werd veranderd, werd de kalender niet veranderd. En in 1981 werd het laatste artikel hierover gepubliceerd dat ik ooit door de Worldwide Church of God en Ambassador College heb uitgegeven gezien. Het spitste zich toe op de kwestie van autoriteit en er werd geen verandering aangebracht aan het systeem op basis waarvan de kalender werd vastgesteld.

Sinds 1989 en 1990 (toen de mensen de Worldwide Church of God begonnen te verlaten wegens al de leerstellige veranderingen) heeft elk van de grotere afsplitsingen opnieuw een onderzoek naar de kalender ingesteld. United heeft dit gedaan. Living heeft dit gedaan (toen het nog Global was). Philadelphia deed het. De Christian Biblical Church of God deed het. De Church of God — David Hulme — deed het. De Church of God the Eternal deed het, en ook de Church of the Great God. Elk van deze groepen heeft — afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar — besloten bij de berekende Hebreeuwse kalender te blijven.

Ziet u hier een patroon? Ziet u het patroon? Zij die deel uitmaken van de ware kerk, hebben vastgehouden aan de kalender die Israël werd gegeven. En ik ben bang, gemeente, dat zij die overgaan naar een andere kalender zich geheel buiten de grenzen van de ware kerk hebben begeven. (Ik zal u straks zeggen waarom.) Maar dat patroon dat we hebben gezien, helemaal vanaf 1940 en daarna, geeft ons historisch bewijs dat God Zijn kerk op dit punt leidt. Hij is niet ergens uitgestapt om ons daarna te vergeten en ons aan ons lot over te laten. We zullen snel enige schriftgedeelten doornemen, zodat we het principe kunnen zien dat hierbij betrokken is.

Filippenzen 4:19 Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus.

Romeinen 8:32 Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?

Ziet u het principe daar? Hij heeft ons niet in het duister gelaten betreffende een kalender.

2 Corinthiërs 9:8 En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij, in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn,

Dat is in principe inclusief de kalender! Zonder een kalender — de juiste kalender — kunnen we niet "overvloedig" zijn en "van alles genoegzaam voorzien" zijn "in alle goed werk".

Vanaf het allereerste begin van de Bijbel zijn er aanwijzingen voor een kalender. In de eerdere delen van de Bijbel waren de leeftijden van de mens bekend en daarvan wordt dus in Gods woord getuigenis gegeven. De zondvloed geeft ook een getuigenis van een kalender, omdat de dagen heel duidelijk worden geteld — zelfs zover dat we weten wanneer de regen begon en de ark op de berg Ararat vastliep. Maand en dag worden vermeld. De tijden worden dus duidelijk gemarkeerd — zelfs in de eerdere delen van het boek Genesis.

Maar, gemeente, op de een of andere manier schijnen de kalenderaanpassers te denken dat de Joden God op de een of andere manier problemen bezorgen. Dat wil zeggen dat God op de een of andere manier werd afgeleid — een gebrek aan aandacht dat nu al minstens 1600 jaar heeft geduurd. Hij heeft geen pogingen ondernomen de dingen te corrigeren totdat zij in de eindtijd op het toneel verschenen, en Hij hen uitkoos om de veranderingen voor de gehele kerk aan te brengen. Wat een AANMATIGING! (Die komt niet alleen bij dienaren voor.)

ALS dit waar is, zou ik willen dat u de volgende vraag stelt en hem (voor uzelf) beantwoordt: Hoe komt het dat we zoveel verschillende kalenders hebben binnen de Church of God? En elk van hen is verschillend. Is dit het denken van God dat zo verdeeld is dat Hij Zijn kerk niet één juiste kalender kan geven, zodat iedereen verenigd kan worden? Misschien ben ik sarcastisch, gemeente, maar soms moet je sarcastisch zijn om een punt duidelijk te maken. God is getrouw! Dat is hier het punt en daarom is het zo ernstig. Deze mensen beschuldigen God ervan "ontrouw" te zijn — totdat zij op het toneel verschenen!

Het is tijd dat we de ernst hiervan inzien en het de rug toekeren en er niets mee vandoen willen hebben. Het is niet meer dan een beproeving om u — en anderen — van de kerk te laten afwenden. Het is een duivelse afleiding afkomstig van Satan de duivel — om de kerk in verwarring te brengen. Het is niets meer dan een voortzetting van wat er in de periode tussen de dood van Herbert Armstrong tot 1995 gebeurde. Hetzelfde principe wordt gevolgd — om de kerk los te maken van "het geloof eenmaal overgeleverd" aan de heiligen.

Wat ik u wil vragen is: "Waar was Gods reactie op de beweringen van deze kalenderaanpassers?" (In het bijzonder betreffende zo'n uiterst belangrijke leerstelling.) Zegt God niet dat Hij in de wolkkolom was en ook in de vuurkolom? Met andere woorden dat is een beeld — een symbool — dat Hij over Zijn volk waakte. Terwijl zij uit Egypte trokken, hield Hij zo nauwgezet de wacht dat er zelfs geen hond blafte. Maar op de een of andere manier ontging het Hem dat de kalender werd veranderd? Zei Hij niet: "Mijn engel zal voor u uit gaan?" Zegt Hij niet: "Hij die u aanraakt, raakt Mijn oogappel aan?" Wat zou u doen als iemand u in het oog stak? Zou u niet reageren? Denkt u dat God niet zou reageren als iemand Zijn volk probeert te misleiden door hen te laten denken dat er een andere kalender is?

Zei God niet dat Hij hen op adelaarsvleugels droeg? Dat zei Hij zeer zeker en Hij was met hen. Zei Hij de nieuwtestamentische kerk niet: "Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten"? Zei Jezus niet dat Hij Zijn schepping zo nauwlettend in het oog houdt dat zelfs geen mus zonder Zijn toestemming valt?

In Mattheüs 23:23 zei Jezus tegen die Farizeeën daar dat zij verondersteld werden zorgvuldig tienden te geven — van munt, dille en komijn. En toch ziet God (1500 tot 2000 jaar lang) iets zo BELANGRIJKS als een kalender over het hoofd? Waarom corrigeerde God de kalender niet toen Herbert Armstrong leefde? Dat wil zeggen in een tijd toen er een apostel was. Het antwoord is eenvoudig. Er was niets verkeerds mee! Daarom. We komen hier bij de essentie van dit alles aan.

Jacobus 1:13 Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking.

ALS iemand die vraag die ik zojuist stelde niet kan beantwoorden (De vraag: Waarom corrigeerde God de kalender niet toen Herbert Armstrong leefde?), DAN beschuldigt hij God ervan of te zwak te zijn of geen zorg voor Zijn kinderen te dragen. Laten we dit wat verder uitdiepen. We lazen zojuist Jacobus 1:13. God leidt Zijn kinderen niet in verzoeking om te zondigen. ALS er geen kalender is en Hij doet er niets aan om dat te corrigeren, stelt Hij ons dan niet bloot aan verzoeking om Hem te aanbidden en te vereren op elke willekeurige tijd die ons aanstaat?

We slaan het boek Jeremia op. Ik wil daar slechts één schriftgedeelte lezen om u een principe te laten zien. Luister naar God, die hier in de eerste persoon spreekt.

Jeremia 7:25 van de dag af dat uw vaderen uit het land Egypte gingen [Pas dit geestelijk toe. "Van de dag dat wij geestelijk uit Egypte gingen..."] tot op deze dag [tot in de huidige tijd]. Ook zond Ik tot u al mijn knechten, de profeten, dagelijks, vroeg en laat,

Jeremia gebruikt dit — en andere uitspraken die iets anders zijn verwoord, maar dezelfde betekenis hebben — waarschijnlijk wel twintig keer. Het is een patroon dat Hij vaststelt binnen dit boek, wat ons helpt te begrijpen dat God zonde niet laat liggen — binnen Zijn kerk, in Zijn volk, in Zijn familie. Hij zorgt ervoor dat het wordt gecorrigeerd!

Hebreeën 12:5-6 en gij hebt de vermaning vergeten, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht de tuchtiging des Heren niet gering, en verslap niet, als gij door Hem bestraft wordt, 6 want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt.

Deze schriftgedeelten (die ik zojuist heb gelezen) laten zien dat God zonde niet binnen Zijn kerk laat liggen en dat als iemand Zijn zoon is, Hij die zoon zal aanpakken en zal straffen en kastijden om hem weer op het juiste spoor terug te krijgen. Dat doen goede ouders. Zij laten hun kinderen niet roekeloos op de dood afgaan, maar zij strekken hun hand uit en proberen de situatie zo goed als ze kunnen te corrigeren. ALS de kalenderaanpassers het dus bij het juiste eind hebben, en God heeft dit punt minstens 1600 jaar op zijn beloop gelaten, DAN moet de conclusie zijn dat Hij er niet om geeft of Zijn kinderen zondigen.

Nummer twee: Aangezien de kerk niet werd gekastijd, behoort de Church of God niet tot degenen die Hij liefheeft. Hij kastijdt iedere zoon die Hij liefheeft! Het enige alternatief is (omdat God getrouw is en Hij zonde onder Zijn volk NIET zijn gang laat gaan) dat er niets mis is met de kalender. Daarom is de "diepgaande essentie" die ik noemde, dat deze mensen God ervan beschuldigen niet trouw te zijn. Zij beschuldigen Hem van zonde — na te laten tegemoet te komen aan de liefhebbende behoeften van Zijn kinderen. Ze gewoon maar hun gang te laten gaan, terwijl Hij de tijd ergens in de ruimte verprutste door niets te doen. Het punt hier is de getrouwheid van God en of we Hem vertrouwen in onze behoeften te voorzien.

De kalenderaanpassers geven bewijs op basis van dingen die zij (voornamelijk in de Talmoed) bij sommige Joden vinden die in de tijd van Christus geen uitstelregels hanteerden. Laat me u hier de waarheid zeggen. Zij vinden zulke informatie inderdaad in de Talmoed. Begrijpt u wat de Talmoed is? De Talmoed is een commentaar. Het bestaat uit twee delen: de Misjna en de Gemara. Bent u bekend met moderne commentaren? De Talmoed wijkt niet erg af van moderne commentaren.

Als u bekend bent met moderne commentaren, dan begrijpt u dat u daarin allerlei meningen van geleerden kunt vinden — uit verschillende gedachtescholen — die worden aangehaald over allerlei passages betreffende wat zij geloven dat de bedoeling van de Schrift is. De Talmoed zal dus dingen bevatten die tegenstrijdig zijn met andere dingen die erin staan. We moeten nu dus even de pas inhouden en nadenken. De Talmoed is een commentaar, geschreven door mensen. Is de Talmoed de Bijbel? Nee! Hoeveel autoriteit moeten we er in vergelijking met de Bijbel aan geven?

Bent u zich ervan bewust dat er in de tijd van Hillel II (358-359 A.D.) een controverse bestond over de kalender, inclusief de uitstelregels, tussen de rabbi's van de Babylonische school en de rabbi's van de Jeruzalemschool? Bent u zich ervan bewust dat de rabbi's van de Babylonische school NIET ingewijd waren in de methodiek van de Hebreeuwse kalender? De autoriteit over de kalender had sinds de dagen van Ezra bij de rabbi's van de Jeruzalemschool gelegen. En het is uitgedokterd dat de rabbi's die die uitspraken betreffende "geen uitstelregels" deden, rabbi's waren van de Babylonische school. Zij bleven in Babel achter toen God Juda weer naar Palestina deed teruggaan.

Die uitspraken staan dus inderdaad in de Talmoed, maar zij [degenen die die uitspraken deden] waren NIET degenen die officieel "belast" waren met de kalender. De rabbi's van de Jeruzalemschool, vanuit het Sanhedrin, waren daarmee belast. Het hof van de kalender werd officieel bet din genoemd. Het was hun verantwoordelijkheid de kalender te allen tijde correct te houden.

Hillel II behoorde tot de Jeruzalemschool. En toen hij de regels voor de kalender publiceerde, publiceerde hij de regels van de rabbi's van de Jeruzalemschool. Dat zijn de regels die de Joden hebben gebruikt — en die de Church of God samen met hen heeft gebruikt.

Bent u zich ervan bewust hoe mijnheer en mevrouw Israëliet in het oude Israël er achter kwamen dat een nieuwe maand was begonnen? Weet u hoe zij dat deden? Dat werd afgekondigd door het bet din vanuit Jeruzalem. Als eenmaal een nieuwe maan was bevestigd en vastgesteld, lieten de priesters vuren als signaal op alle hoge heuvels ontsteken om het volk hierover te informeren.

Waarom is dit geheimzinnige feit iets dat u zou moeten weten? Er is een heel goede reden dat het op deze manier werd gedaan (behalve het feit dat zij geen computers hadden en geen telefoons en geen radiotechniek zoals wij in deze tijd hebben). Dit werd op deze manier gedaan om iedere Israëliet ervan te weerhouden om voor zichzelf te besluiten wanneer het nieuwe maan was. Er moest een centrale autoriteit zijn, naar wat God bepaalde, die de beslissingen zou nemen betreffende het begin van elke nieuwe maand. Als het op een andere manier werd gedaan, zou Juda uiteengevallen zijn in duizenden verschillende mensen die voor zichzelf zouden besluiten wanneer de sabbat te houden en wanneer de Heilige Dagen te houden.

Dit werd gedaan om organisatie en eenheid te bewaren binnen het gehele volk. Zij deden het op die manier omdat zij in het boek Richteren konden lezen hoe "ieder deed wat goed was in zijn ogen". En zij namen die stappen om dat te verenigen — teneinde de eenheid binnen het volk te bewaren.

Ziet u wat er gebeurt? Dit principe (in Richteren 17:6 en 21:25) wordt tot op zekere hoogte binnen de kerk gevolgd. En daarom zijn er nu zoveel kalenders die hun invloed hebben op de Church of God — omdat de mensen doen wat juist is in hun eigen ogen.

Ik wil hier nog één belangrijk punt aan de orde stellen. Laten we Openbaring 3:10 opslaan. Dit is gericht aan de Filadelfia-groep, en de Filadelfia-groep is één van de vier groepen die beslist een betekenis hebben voor de "eindtijd".

Openbaring 3:10-11 Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal [deze tijd van Jakobs benauwdheid], om te verzoeken hen, die op de aarde wonen. 11 Ik kom spoedig; [Let nu op de volgende bewoordingen.] houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.

"Houd vast wat gij hebt." Wat betekent dat? Houd vast aan uw karakter. Houd vast aan uw leerstellige geloofsopvattingen (omdat mensen zullen proberen die te veranderen). Houd vast aan uw houding van liefde voor elkaar. Dit is een waarschuwing van Jezus Christus aan alle kerken (alle zeven); maar specifiek aan Filadelfia. Omdat zij kleine kracht hebben, worden ze gewaarschuwd dat ze benaderd zullen worden om hun ideeën te veranderen. En als die leerstellige geloofsopvattingen die u gegeven zijn, weggenomen worden, zal uw geloof daar ook mee worden weggenomen. Uw geloof zal gaan veranderen en u zult niet langer het geloof van Jezus Christus hebben.

We slaan nu 1 Johannes 2 op. Bedenk wie het boek Openbaring schreef en wanneer Johannes leefde.

1 Johannes 2:18-19 Kinderen, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat er een antichrist komt, zijn er nu ook vele antichristen opgestaan, en daaraan onderkennen wij, dat het de laatste ure is. 19 Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zouden zij bij ons gebleven zijn: maar aan hen moest openbaar worden, dat niet allen uit ons zijn.

We springen nu naar vers 24 en koppelen dit aan Openbaring 3:10-11.

1 Johannes 2:24a Wat u betreft, wat gij van den beginne gehoord hebt, moet in u blijven. ...

Dat wil zeggen die leerstellige basis — het onderwijs dat we van den beginne hadden. Begrijpt u dat dit één van de patronen is die God in de Bijbel laat zien? Hij zond een profeet. De profeet leerde het volk de boodschap van God. Het volk volgde de profeet, volgde het onderwijs van God. Maar dan, gewoonlijk zodra de profeet vertrokken was, keerde het volk zich af. God zegt het volk: "Houd vast wat u gegeven is!"

1 Johannes 2:24-26 Wat u betreft, wat gij van den beginne gehoord hebt, moet in u blijven. Indien in u blijft, wat gij van den beginne gehoord hebt, dan zult gij ook in de Zoon en [in] de Vader blijven. 25 En dit is de belofte, die Hij zelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven. 26 Dit heb ik u geschreven over hen, die u misleiden.

De kerk uit de eerste eeuw ging in principe door dezelfde dingen als wij. In plaats van een profeet werd tot ons een apostel gezonden. Maar laten we nu het boek Daniël opslaan waar over het Beest wordt gesproken.

Daniël 7:25 Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd;

"Hij zal eropuit zijn tijden te veranderen." Ik sloeg een aantal protestantse commentaren op om te zien wat zij hierover hadden te zeggen. Dat was heel interessant. Ze gebruikten verschillende woorden, maar ze zeiden allemaal hetzelfde. "Tijden" had vandoen met de kalender! Eén van hen (ik geloof dat het Expositor's was) zei dat het vandoen had met het vaststellen van de feesttijden.

Ik wil u nu iets vragen. "Het Beest — wordt dat geleid door de Geest van God?" U weet heel goed dat het niet door de Geest van God wordt geleid. Dat wil zeggen niet geleid en geïnspireerd door de Geest van God. Het wordt veeleer geleid, begeleid, gestuurd en geïnspireerd door de antichrist — de geest van Satan.

1 Johannes 4:1-3 Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan. 2 Hieraan onderkent gij de Geest Gods: iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; 3 en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld.

Deze geest van kalenderaanpassing wordt geleid door dezelfde geest als die het Beest zal gaan leiden. Het is een geest die eropuit is het vaststellen van de feestdata te veranderen. En zoals ik u eerder zei, is er voor mij een heel ernstige reden om aan te nemen dat deze mensen zich buiten de Church of God stellen. De eerste heb ik reeds gegeven. Dat is dat iedere keer dat de Church of God zich in de kalender heeft verdiept — (1) onder Herbert Armstrong en daarna (2) nadat hij stierf hebben alle belangrijke afsplitsingen — ze allemaal besloten hebben de Hebreeuwse kalender te blijven volgen. Daarbij werd ook de conclusie getrokken dat wij geen autoriteit hebben over die kalender. Dat is de kalender van Israël. De kerk is een instituut binnen Israël en wij zijn onderworpen aan die kalender. De "fouten" die mensen erin zien, zijn niet meer dan ideeën uit hun eigen denken — en meer niet.

De tweede reden is dit (en deze is gebaseerd op het Beest en de antichrist). Wat zij doen staat gelijk aan — en gebeurt in dezelfde geest als — het veranderen van de dag van eredienst van sabbat naar zondag. Zij veranderen in feite een deel van het vierde gebod. Dat gebeurt in geen andere geest dan wat de Katholieke Kerk deed — en de protestanten na hen — om ervoor te kiezen op die dag een eredienst te houden onafhankelijk van de dag die God had vastgesteld. In dit geval is het echter iets subtieler. Het betreft alleen maar de Church of God, maar de sabbat is er nog steeds bij betrokken.

Ik heb ze niet allemaal duidelijk opgesomd (in de vorm van 1, 2, 3, 4, enzovoort), maar er waren in feite tien dingen die ik over de kalender heb gezegd en over hen die eropuit zijn deze te veranderen. Kijk eens hoeveel u er kunt vinden. De eerste is dat mensen hier zo ongeduldig over zijn. Weest u alstublieft niet ongeduldig. Onderzoek de dingen. Denk na. Bekijk ze van alle kanten. Win advies in bij anderen. Praat met anderen. Zoek een veelheid aan hulp hierover. En als u in de war r


Loading recommendations...