Sermon: Gods glazen zee (Deel 1)

Heiligen en reinigen
#919NL

Given 17-Jan-09

description: (hide)

Martin Collins begint met het fenomeen van monstergolven (onvoorspelbare, vernietigende golven die wel 30 meter hoog kunnen zijn) en hij suggereert dat zij er de oorzaak van zijn dat er veel levens op zee verloren zijn gegaan. Zeebeeldspraak en maritieme metafoors worden door de hele Schrift gebruikt om chaos, verwoesting, turbulentie en wanorde uit te beelden. In tegenstelling tot de tumultueuze golven is de glazen zee voor Gods troon rustig en sereen, en daarnaast ook ontzagwekkend. Voordat we op de glazen zee voor Gods troon kunnen staan, wordt er van ons verlangd totaal gereinigd en gewijd te zijn. Salomo had een bronzen zee laten bouwen (die zo'n 65.000 liter water bevatte) om de glazen zee voor Gods troon te vertegenwoordigen; deze werd gebruikt om de priesters in de tempel te reinigen. Het beeld van de turbulente wereldzee (waar het beest uit opkomt) staat in grote tegenstelling tot het beeld van de glazen zee, als kristal, voor Gods troon die in Openbaring 4 wordt beschreven, een troon omgeven door een regenboog van smaragd. Gods troon zal het brandpunt zijn voor alle toekomstige perioden van oordeel en uitbreiding van Zijn Familie. Zelfs als het in een visioen wordt gezien, maakt de troonzaal van God stoere figuren zo week als gelatine vanwege het ontzag en de praal van de omgeving.


transcript:

Als het passagiersvliegtuig dat in twee motoren vermogen verloor en op de relatief gladde Hudsonrivier landde, in plaats daarvan geprobeerd had op de oceaan of op zee te landen, dan zou het vliegtuig volgens deskundigen waarschijnlijk in stukken uiteen zijn gescheurd door de onrustige golven van de zee.

Een ander fenomeen van de zee is dat er monstergolven zijn. Internationaal worden deze golven "rogue waves" of "freak waves" genoemd. Ze zijn reusachtig grote, spontane oppervlaktegolven die zelfs het grootste schip tot zinken kunnen brengen.

Het is gewoon voor stormgolven op het midden van de oceaan om een hoogte van zeven meter te bereiken en in extreme omstandigheden kunnen zulke golven hoogten van meer dan vijftien meter bereiken. In de laatste paar jaar zijn er verscheidene van zulke golven waargenomen.

Wetenschappers hebben dit fenomeen uiteindelijk erkend als een werkelijk mogelijk gevaar dat schepen op ieder moment kan treffen. De Europese Unie heeft het "Project MaxWave" opgestart om te proberen manieren te vinden om zulke abnormale golven te voorspellen en schepen te waarschuwen.

Eeuwenlang heeft de maritieme overlevering gesproken over het bestaan van massale monstergolven tot wel dertig meter hoog (ongeveer de hoogte van een gebouw van zo'n tien verdiepingen). De verslagen laten zien dat zulk soort abnormale golven zich zonder waarschuwing voordoen, zowel op zeeën als op oceanen; ze gaan in tegen de overheersende stroming en golfrichting en soms is het perfect helder weer.

Deze golven bestaan soms uit een bijna verticale muur van water, voorafgegaan door een trog die zo diep is dat die wordt aangeduid als een "gat in de zee". Een schip dat zo'n geweldige golf onverwacht tegenkomt wordt gewoonlijk of ernstig beschadigd of verpletterd, waarbij het onder het gewicht van vijftig, honderd of meer miljoen ton water die op het schip neerslaat, tot zinken komt. Niemand weet hoeveel schepen om deze reden op zee verloren zijn gegaan, daar meestal het schip met zijn complete bemanning verloren gaat. Een deel van deze theorie strekt zich uit tot de Bermudadriehoek en is een mogelijke verklaring waarom in dat gebied zoveel schepen zijn gezonken. Het is verbazingwekkend dat met alle technologie en alle informatie die we in deze tijd hebben, niemand precies weet wat de oorzaak hiervan is.

Ongetwijfeld heeft de werkelijkheid van de gevaren van de zee zolang er zeelieden zijn geweest, op de eerste plaats in hun denken gestaan. Er zijn door de hele geschiedenis van de mens heen ontelbare boeken, gedichten en liederen gemaakt die verwijzingen bevatten naar de kracht, het gevaar en de chaos van de zee.

Veel van de beeldspraak over "de zee" in de Schrift verwijst of naar de kracht ervan, of naar de gevaren ervan. De zee behoort ook tot de weeën waarmee in straffen voor ongehoorzaamheid wordt gedreigd.

Het is interessant dat "de zee", zoals in de bijbelse beeldspraak gebruikt, voorziet in heel wat maritieme metafoors en vergelijkingen die de zeeën op aarde vergelijken met chaos en verwoesting:

Psalm 65:8 zegt ons dat het bruisen der zeeën het rumoer der natiën is.

Jesaja 17:12-14 en Jeremia 6:23 zeggen ons dat zowel de zee als binnenvallende legers bruisen en bulderen.

Jeremia 51:42 zegt ons dat Babylon bedekt is met de golven van binnenvallende legers.

Jeremia 49:23 zegt ons dat degenen die bang zijn voor het komende oordeel onrustig zijn als de zee.

Jacobus 1:6 legt uit dat de twijfelaar lijkt op een golf der zee die door de wind wordt aangedreven en opgejaagd.

Jesaja 57:20 en Judas 13 beschrijven dat de rusteloosheid en de werken van de goddelozen zijn als slijk en modder opgewoeld door de zee.

In dit licht bezien, zien we de "aardse zee" als een type van permanente onrust en chaos. Echter de glazen zee voor Gods troon staat in scherpe tegenstelling tot deze aardse turbulentie. Die zee woedt niet, er is geen chaotische maalstroom en beweging van golven.

Gods troon is een zichtbaar symbool van Zijn soevereine heerschappij. Voor Zijn troon ligt deze kristalheldere, glazen zee.

Openbaring 4:6 En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren.

De glazen zee voor de troon weerspiegelt de kwaliteiten van Gods troon. Het is een troon die heilig, zuiver, heerlijk en eeuwig is.

Deze is op spectaculaire wijze dynamisch en wordt in diverse schriftgedeelten beschreven als vlammend van vuur, schitterend met lazuursteen, bliksemend en donderend met bliksems en donderslagen, en verblindend wit.

In deze preek, en de volgende, is het mijn bedoeling uw denken wat te verruimen over wat het voor u en mij als individuen, en voor de kerk, zal betekenen om op de glazen zee voor Gods troon te staan. We zullen ons voor Hem neerbuigen, liederen zingen en Hem aanbidden, met Jezus Christus aan Zijn rechterhand.

Ik wil ook het dramatische contrast benadrukken tussen de bijbelse beeldspraak over de aardse zee en die over de glazen zee in de hemel.

Laten we wat achtergrondkennis opdoen. Jakob kreeg terwijl hij sliep in een visioen de gelegenheid Gods woonplaats te zien. Hij zag engelen naar boven en naar beneden gaan langs iets wat op een ladder leek naar Gods troon.

Genesis 28:16-18 Toen Jakob uit zijn slaap ontwaakte, zeide hij: Waarlijk, de HERE is aan deze plaats, en ik heb het niet geweten. 17 En hij vreesde en zeide: Hoe ontzagwekkend is deze plaats. Dit is niet anders dan een huis Gods, dit is de poort des hemels. 18 De volgende morgen vroeg nam Jakob de steen die hij onder zijn hoofd gelegd had, stelde die tot een opgerichte steen en goot er olie bovenop.

Hij zalfde die steen waarop hij had geslapen, met olie en deze steen is door de Israëlieten van generatie op generatie overgedragen. Hij is verplaatst van de troon van Engeland naar Schotland, waar hij nu is.

Jakob beschrijft geen enkel detail van wat hij zag, slechts dat Gods woonplaats ontzagwekkend is! Met andere woorden: overweldigend, groots, adembenemend, schitterend, geweldig en inspirerend tot ontzag. Daar hij waarschijnlijk in dit visioen Gods troon zag, ligt het voor de hand te bedenken dat hij de glazen zee zag en alle of de meeste van de andere heerlijke elementen van de troonzaal.

Mozes beschrijft een ontmoeting met de Heer precies drie maanden na de exodus uit Egypte. De Israëlieten kwamen in de Sinaïwoestijn en sloegen hun kamp op bij de berg, de berg Sinaï. Deze berg wordt ook wel de berg Gods of Horeb genoemd, de berg waar God in een brandend braambos aan Mozes verscheen.

In Exodus 19:3-4 vergeleek God Zijn verlossing van het volk uit Egypte, hun doortocht door de Schelfzee en hun tocht naar de Sinaï ermee dat Hij hen op arendsvleugels had gedragen en tot Hem had gebracht.

Het is nuttig op te merken dat als jonge arenden leren vliegen, de moederarend met uitgespreide vleugels onder hen vliegt om hen op te vangen. Dit is de analogie die gebruikt wordt om te beschrijven wat God voor Israël deed, toen Hij hen uit Egypte verloste. God verlost ons met evenveel zorg uit deze wereld en de zonde.

Toen de Israëlieten de berg Sinaï bereikten, stond hun een demonstratie te wachten van een klein beetje van de macht en heerlijkheid van de Heer. Let op wat de Israëlieten moesten doen voor ze gereed waren God te ontmoeten.

Exodus 19:10-25 En de HERE zeide tot Mozes: Ga tot het volk; heilig hen heden en morgen, en laten zij hun klederen wassen. 11 En tegen de derde dag zullen zij gereed zijn, want op de derde dag zal de HERE nederdalen voor de ogen van het gehele volk op de berg Sinaï. 12 Daarom zult gij het volk buiten een bepaalde kring houden en zeggen: Wacht er u voor de berg te bestijgen, of maar de voet ervan aan te raken; ieder die de berg aanraakt, zal zeker ter dood gebracht worden. 13 Geen hand zal hem aanraken, want dan zal men zeker gestenigd of met pijlen doorschoten worden; hetzij dier hetzij mens, hij zal niet blijven leven. Eerst bij de langgerekte toon van de hoorn mogen zij de berg bestijgen. 14 Toen daalde Mozes de berg af naar het volk; hij heiligde het volk en zij wiesen hun klederen. 15 En hij zeide tot het volk: Weest over drie dagen gereed, nadert niet tot een vrouw. 16 En het geschiedde op de derde dag, toen het morgen werd, dat er donderslagen en bliksemstralen en een zware wolk op de berg waren en zeer sterk bazuingeschal, zodat al het volk dat in de legerplaats was, beefde. 17 Toen leidde Mozes het volk uit de legerplaats God tegemoet en zij stelden zich op onder aan de berg. 18 En de berg Sinaï stond geheel in rook, omdat de HERE daarop nederdaalde in vuur; de rook daarvan steeg op als de rook van een oven, en de gehele berg beefde zeer. 19 Het geluid van de bazuin werd gaandeweg zeer sterk. Mozes sprak, en God antwoordde hem in de donder. 20 Toen daalde de HERE neder op de berg Sinaï, op de bergtop, en de HERE riep Mozes naar de bergtop, en Mozes klom naar boven. 21 Daarna zeide de HERE tot Mozes: Daal af, waarschuw het volk, dat zij niet doordringen tot de HERE om iets te zien; dan zouden velen van hen vallen. 22 En ook de priesters die tot de HERE naderen, zullen zich heiligen, opdat de HERE niet tegen hen losbreke. 23 Toen zeide Mozes tot de HERE: Het volk kan de berg Sinaï niet bestijgen, want gij hebt ons gewaarschuwd: zet de berg af en heilig hem. 24 Daarop zeide de HERE tot hem: Ga, daal af en klim met Aäron naar boven; maar de priesters en het volk mogen niet doordringen om tot de HERE op te klimmen, opdat Hij niet tegen hen losbreke. 25 Toen daalde Mozes af tot het volk en zeide het hun.

Exodus 20:1-3 Toen sprak God al deze woorden: 2 Ik ben de HERE, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. 3 Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.

Voordat de Israëlieten dus voor God konden verschijnen, verlangde Hij dat ze, zoals de verzen 10 en 14 ons zeggen, hun kleren zouden wassen. Ze moesten fysiek rein en zuiver zijn. Geen onrein en onzuiver iets was voor Gods aangezicht toegestaan. Ze hadden Gods Heilige Geest niet, maar voor ons in Gods kerk is het een heel ander verhaal. Ja, we moeten fysiek rein zijn, maar de geestelijke reiniging is van het allergrootste belang.

In Exodus 19:10 instrueert de Heer Mozes het volk te "heiligen"; en in vers 14 zien we dat Mozes hen "heiligde". De betekenis van het woord heiligen is "apart zetten voor een speciaal en specifiek doel". Heiligen in de verzen 10, 14, 22 en 23 is de vertaling van het Hebreeuwse woord "qadash". De betekenis van dat woord is "rein zijn", "ceremonieel of moreel rein verklaren", "heilig zijn". Dat verwachtte God van die Israëlieten voordat ze voor Hem verschenen, en dat verwacht Hij ook van ons.

Van de Israëlieten werd als conditie voor het voor God verschijnen verlangd rein te zijn. Hoeveel meer wordt er niet van ons verwacht, voordat we ons voor God kunnen neerbuigen op de glazen zee voor Zijn troon? Het is vanzelfsprekend dat een overtreder van Gods wet, iemand die dit uit gewoonte doet, niet voor God op de glazen zee zal verschijnen. Totdat we allemaal de volle maat van de Heilige Geest hebben, komen we in ons leven op die manier in problemen.

Om voor God te verschijnen is het vereist rein te zijn, is het vereist heilig te zijn. U kent het gezegde: "Reinheid is bijna goddelijkheid." We zien hier waarom dat waar is. Van leden van Gods kerk, de eerstelingen van het koninkrijk, wordt verlangd niet alleen maar fysiek rein te zijn — niet slechts rein aan de buitenkant, maar geestelijk van hart en denken rein te zijn — rein aan de binnenkant. We moeten door God heilig worden gemaakt! Geen enkel menselijk wezen kan iets heilig maken.

Psalm 11:4 De HERE woont in zijn heilig paleis, de HERE heeft in de hemel zijn troon; zijn ogen slaan gade, zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen.

God woont dus in de hemel. Wij weten niet of de afstand tot ons ook maar in fysieke termen kan worden uitgedrukt. Maar hij is veel dichterbij dan we beseffen. Hij is niet ontzettend ver weg zoals de meeste mensen geloven, omdat hij behoort tot een geestelijk universum of een geestelijke sfeer, waar afstand weinig betekenis heeft.

Psalm 47:9 God regeert over de volken, God is gezeten op zijn heilige troon.

Zijn troon is heilig in zijn voortreffelijkheid. Alles wat met de troon te maken heeft, of dat nu in de hemel of op aarde is, is van de voortreffelijkste kwaliteit en vakmanschap, waarbij de allerbeste materialen zijn gebruikt. Gods troon en troonzaal zijn niet iets waar we lichtvaardig over kunnen denken.

De tempel die David voor ogen had en die Salomo bouwde, was van de voortreffelijkste en hoogste kwaliteit en vakmanschap die mensen in bouwen konden bereiken. Er is in de geschiedenis van de mens geen enkel gebouw geweest van dat niveau van voortreffelijkheid. Laten we even kijken naar een aspect van Salomo's voortreffelijke en grootse tempel voor God.

1 Koningen 7:13-14 En koning Salomo ontbood Chiram uit Tyrus. 14 Hij was de zoon van een weduwe uit de stam Naftali, terwijl zijn vader een Tyriër was, een koperslager; hij was vervuld met de wijsheid, het verstand en de kennis, nodig om elk werk in koper te verrichten; deze nu kwam tot koning Salomo en voerde al diens werk uit.

1 Koningen 7:23 Voorts maakte hij de zee, van gietwerk, tien el van rand tot rand, geheel rond, vijf el hoog, terwijl een meetsnoer van dertig el haar rondom kon omspannen.

Het oorspronkelijke Hebreeuwse woord voor "de zee" is "yam". Het betekent "een zee" of "een grote massa water". De wortel van dit woord betekent "bulderen" [zoals het breken van een luidruchtige branding].

Salomo's bronzen zee heeft enkele soortgelijke karakteristieken als de glazen zee voor Gods troon. Ze zijn niet volledig hetzelfde, maar er zijn bepaalde overeenkomsten. De zee was een forse vergroting in vergelijking met het wasvat dat in de tabernakel stond. De zee van gegoten metaal was een groot metalen bekken ontworpen om water te bevatten (zoals de glazen zee), waarin tot uiting komt dat de krachten van de chaos door de Heer, die de Schepper van de wereld is, zijn onderworpen en tot orde gebracht. Toen de tempel was voltooid, had de aanwezigheid van de Heer zo'n krachtige uitwerking dat de priesters zelfs niet konden blijven staan.

1 Koningen 7:24-26 Beneden de rand waren kolokwinten, die haar geheel omgaven, tien in een el, geheel rondom de zee; in twee rijen zaten de kolokwinten, in één gietsel met haar gegoten. 25 Zij stond op twaalf runderen, waarvan drie noordwaarts gekeerd waren, drie westwaarts, drie zuidwaarts en drie oostwaarts, en de zee rustte boven op hen, en al hun achterdelen waren binnenwaarts gewend. 26 Haar dikte was een handbreed en haar rand was in de vorm van een bekerrand, een leliekelk. Zij had een inhoud van tweeduizend bath.

Hier hebben we dus — links van de ingang, aan de zuidkant van de voorhof – de reusachtige "gegoten bronzen zee", en die verving het kleinere wasvat dat in de voorhof van de tabernakel had gestaan. De tabernakel had alleen maar het wasvat dat het tweeledige doel had om de handen en voeten van de priesters in te wassen, evenals de offeranden. Maar in de tempel waren er aparte vaten voor deze doelen voorhanden. De tempel was niet alleen veel groter dan de tabernakel, maar er werden in feite ook enkele voorwerpen aan die tempel toegevoegd.

Salomo's gegoten zee was rond en gemaakt van brons, een handbreed dik met aan de bovenrand rondom de afbeelding van de bladen van een leliekelk, en die zee kon meer dan 64.000 liter water bevatten. Ik ben in fabrieken geweest waar ze containers of opslagtanks hadden van 75.000 liter; die waren dus qua volume niet zoveel groter dan de bronzen zee. Dit grote vat had een doorsnee van 4,5 meter en was zo'n 2,3 meter hoog.

1 Koningen 7:27, 38-39 Verder maakte hij de onderstellen, en wel tien, van koper; vier el was de lengte van één onderstel, vier el de breedte en drie el zijn hoogte. … 38 Verder maakte hij tien koperen bekkens, veertig bath kon elk bekken bevatten, vier el (mat) elk bekken, één bekken op elk van de tien onderstellen. 39 En hij plaatste de onderstellen: vijf aan de rechtervleugel van het huis en vijf aan de linkervleugel; en de zee plaatste hij aan de rechtervleugel van het huis, naar het zuidoosten.

De tien onderstellen met bekkens waren schitterend versierde metalen wagens, 1,8 meter in het vierkant en 1,4 meter hoog, met aan elke hoek een handvat. Ieder onderstel kon een bekken dragen dat bijna 900 liter water bevatte. De onderstellen werden in de priesterhof, pal naast het heiligdom, opgeslagen, vijf aan de noordkant en vijf aan de zuidkant. Aangezien de onderstellen op wielen stonden, konden ze gemakkelijk van plaats naar plaats gereden worden.

Ze werden gebruikt voor het wassen en voorbereiden van de offeranden en voor de algemene reinheid van de tempel. Het vuile water kon dan worden weggereden en op een geschikte plaats worden geloosd, waarna de vaten opnieuw met schoon water uit de gegoten bronzen zee werd gevuld.

Er moet een systeem zijn geweest voor het verwijderen van kleine hoeveelheden water, zodat de priesters hun handen en voeten konden wassen. Het kan zijn dat er tapkranen zaten aan de voet van het bekken. Reinheid en zuiverheid waren essentieel in de juiste eredienst van God. De tempel werd onberispelijk zuiver en schoon gehouden. Dit was het fysieke vereiste om het heilige karakter ervan in stand te houden.

Als de priesters hun handen en voeten niet rein konden houden als ze dienst deden in de tempel, liepen ze gevaar te sterven.

In de Schrift is drinkwater een beeld van de Geest van God.

Johannes 7:37-39 En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! 38 Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. 39 Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.

In vergelijking daarmee is water om te wassen een beeld van het woord van God.

Psalm 119:9 Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar uw woord.

Johannes 15:3 Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb;

Efeziërs 5:25-27 Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, 26 om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, 27 en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet.

Als de priesters voor de Heer werkten in de tempel, werden zij door hun eigen zonden en de dieren waarmee ze omgingen bevuild, ze moesten dus gereinigd worden. Ook wij kunnen bevuild worden en behoefte krijgen om "gewassen te worden door het woord". Jezus beeldde dit in Johannes 13 uit, toen Hij de voeten van de discipelen waste.

Het is interessant om in de bijbelse beeldspraak van "de zee" het contrast te zien tussen de geheiligde kerk en de onreine goddeloze wereld. De goddelozen kunnen niet in en uit zichzelf ervoor kiezen gereinigd te worden, ook kunnen ze geen vrede vinden. De beeldspraak van de zee brengt dat duidelijk tot uitdrukking. Jesaja maakt een tegenstelling tussen deze vrede en kalmte met een beschrijving van de goddeloze:

Jesaja 57:19-21 Ik schep de vrucht der lippen: vrede, vrede voor hem die verre, en voor hem die nabij is, zegt de HERE; en Ik zal hem genezen. 20 Maar de goddelozen zijn als de zee, zo opgezweept, dat zij niet tot rust kan komen, en wier wateren slijk en modder opwoelen. 21 De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede.

We zien dus het directe contrast tussen de onrustige zee en vrede. Zij zijn tegengestelden van elkaar. De onrustige zee vertegenwoordigt chaos en oorlog; de glazen zee vertegenwoordigt orde en vrede. Het is een zee van glas, volkomen vlak en glad. Het is interessant dat het Beest in Openbaring 13:1 "uit de zee" naar boven komt.

Openbaring 13:1 En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering.

"De zee" vertegenwoordigt in die context het Babylonische wereldsysteem van politiek, economie, scholing en militaire campagnes, en symboliseert de voortdurende dreiging ervan en haar chaotische oorsprong.

In feite is één van haar motto's: "Orde vanuit chaos." De wereldregering komt voort vanuit de chaos van wereldcrisis en verwarring, en brengt naar het schijnt orde en vrede tot stand.

Het zal erop lijken dat Babylon veel van de problemen van de wereld tijdelijk oplost, maar het zal zo'n lijden en dood teweegbrengen als de wereld nooit eerder heeft gezien, omdat Satan dit namaakinstrument gebruikt om te proberen de mensheid te vernietigen.

We zien in Judas 13 een verwijzing naar zo'n vervalsing, waar wilde golven van de zee hun eigen schande opschuimen; dit is een figuurlijke beschrijving van valse leraren die hun verderfelijke leringen naar buiten gooien zoals wrakhout op de kust belandt.

De enorm grote, aardse zee symboliseert de voortdurende bedreiging die de krachten van de chaos en het kwaad voor God en de schepping vormen. Job 38 en Jeremia 5 beschrijven de zee in het algemeen als duwend tegen de grenzen die God voor haar heeft vastgesteld.

Job 38:8-11 Wie heeft de zee met deuren afgesloten, toen zij bruisend uit de moederschoot kwam? — 9 toen Ik wolken maakte tot haar kleed en duisternis tot haar windselen; 10 toen Ik de door Mij gestelde grens uitbrak, grendel en deuren aanbracht; 11 toen Ik sprak: Tot hiertoe en niet verder zult gij komen, hier zal de trots uwer golven blijven staan!

Dit is zowel letterlijk als figuurlijk. God stelt de grenzen van de oceanen en de zeeën, en zo heeft Hij ook de grenzen gesteld voor Babylon, de valse profeet en de macht van het Beest.

"De zee met deuren" afsluiten is een symbolische uitdrukking voor beperking, het stellen van grenzen.

Jeremia 5:22-23 Wilt gij Mij niet vrezen, luidt het woord des HEREN, of voor Mij niet beven, die het zand gesteld heb tot grens voor de zee, een altoosdurende beperking, die zij niet zal overschrijden; al rollen haar golven, zij vermogen niets; al bruisen zij, zij overschrijden haar niet. 23 Maar dit volk heeft een weerbarstig en weerspannig hart, zij zijn afgeweken en heengegaan,

Hierin zien we een karakteristiek van tarten en weerspannigheid die de zee eigen is, en alsof dat nog niet genoeg is, probeert de zee in opstand te komen en zich aan Gods bestuur te onttrekken. Hier zien we de symboliek van de zee die mensen voorstelt die "een uitdagend en weerspannig hart hebben".

Als Schepper houdt God de zee in bedwang, waarbij Hij zowel golven laat voortbrengen als deze kalmeert, tevens houdt Hij haar binnen haar grenzen. Nahum 3:8 vermeldt dat God naar Zijn goeddunken de zee kan doen droog vallen, of de krachten ervan ontketenen om de wereld te oordelen, zoals in de zondvloed.

Als resultaat daarvan is de dreiging van chaos en kwaad uiteindelijk hol, omdat God de macht en autoriteit heeft om haar in bedwang te houden. Jezus liet zien dat Hij dezelfde autoriteit heeft over de turbulentie van de zee, door deze te bedaren toen de discipelen bang werden. Mattheüs legt vast hoe Jezus de winden en de zee bestrafte en het werd volkomen stil.

Mattheüs 8:23-27 En toen Hij in het schip ging, volgden zijn discipelen Hem. 24 En zie, er kwam een grote onstuimigheid op de zee, zodat de golven over het schip sloegen; maar Hij sliep. 25 En zij kwamen en maakten Hem wakker en zeiden: Here, help ons, wij vergaan! 26 En Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij bevreesd, kleingelovigen? Toen stond Hij op en bestrafte de winden en de zee, en het werd volkomen stil. 27 En de mensen verwonderden zich en zeiden: Wat voor iemand is deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn?

We zien hier dus dat Christus autoriteit heeft over Gods schepping en als Hij deze zegt iets te doen of juist niet te doen, gehoorzaamt deze. We kunnen hieruit moed putten, omdat we in deze wereld in financiële problemen zitten en deze natie zit in vele andere problemen die types zijn van zonde, maar God heeft alle zeggenschap over Zijn schepping en alles wat zich daarin afspeelt. Van ons zou dus niet gezegd moeten kunnen worden: "O, jullie kleingelovigen", maar we zouden groot geloof moeten hebben in wat God kan doen om ons tegen wat dan ook te beschermen.

Laten we weer teruggaan naar dingen die rechtstreeks samenhangen met Gods troon. Ezechiël zag een visioen, kennelijk vergelijkbaar met de openbaring van Jezus Christus aan de apostel Johannes. Ezechiël zag "wat geleek op een uitspansel als ontzagwekkend ijskristal … Boven het uitspansel … was wat er uitzag als lazuursteen, dat de vorm had van een troon".

Er is iets hier in Ezechiël 1 dat heel ongewoon en belangrijk is. Dingen in de hemel zijn gemaakt van geestelijke materialen, niet van fysieke materialen. We hebben heel wat tijd besteed met kijken naar fysieke dingen, zoals Salomo's tempel en de letterlijke zee en de golven daarvan.

Ezechiël 1:3-4, 13-14, 20-22 kwam het woord des HEREN tot de priester Ezechiël, de zoon van Buzi, in het land der Chaldeeën, aan de rivier de Kebar; de hand des HEREN was daar op hem. 4 En ik zag en zie, een stormwind kwam uit het noorden, een zware wolk met flikkerend vuur en omgeven door een glans; daarbinnen, midden in het vuur, was wat er uitzag als blinkend metaal. … 13 En wat de gedaante der wezens betreft, hun aanblik was als die van brandende vuurkolen, als van fakkels — zich bewegend tussen de wezens. En het vuur glansde en bliksemen schoten daaruit. 14 De wezens snelden heen en weer als bliksemschichten. … 20 Waarheen de geest wilde gaan, gingen zij — waarheen de geest wilde gaan; en de raderen verhieven zich tegelijk met hen; want de geest der wezens was ook in de raderen. 21 Als genen gingen, gingen dezen; als genen stilstonden, stonden dezen stil; als genen zich van de grond verhieven, verhieven zich de raderen tegelijk met hen, want de geest der wezens was ook in de raderen. 22 Boven de hoofden der wezens was wat geleek op een uitspansel als ontzagwekkend ijskristal, uitgespreid boven over hun hoofden.

Hier hebben we boven hen iets als een regenboog in de vorm van ijskristal. Ik ben er vrij zeker van dat wat hier beschreven wordt niet de glazen zee is. Ik vermeld dit om u te laten zien dat deze dingen uit geest zijn samengesteld. Ik wil niet op de details van deze beschrijving ingaan, omdat die niet van toepassing zijn voor de preek.

Ezechiël 1:23-28 En onder het uitspansel stonden hun vleugels recht naar elkander uitgestrekt; ieder had er twee, die van voren en van achteren zijn lichaam bedekten. 24 Als zij gingen, hoorde ik het geruis hunner vleugels als het gebruis van vele wateren, als de stem des Almachtigen: een dreunend geluid als van een leger; als zij stilstonden, lieten zij hun vleugels hangen. 25 En een stem klonk van boven het uitspansel dat boven hun hoofden was; als zij stilstonden, lieten zij hun vleugels hangen. 26 Boven het uitspansel boven hun hoofden was wat er uitzag als lazuursteen, dat de vorm had van een troon [een replica van Gods troon]; en daarboven, op hetgeen een troon geleek, een gedaante, die er uitzag als een mens. 27 En ik zag iets schitteren als metaal; vanaf wat op zijn lendenen leek naar boven als vuur omvat door een hulsel; en vanaf wat op zijn lendenen leek naar beneden, zag ik iets als vuur omgeven door een glans. 28 Zoals de aanblik is van de boog, die in de regentijd in de wolken verschijnt, zo was de aanblik van die omhullende glans. Aldus was het voorkomen der verschijning van de heerlijkheid des HEREN. Toen ik haar zag, viel ik op mijn aangezicht, en ik hoorde de stem van Een, die sprak.

Daarna ontvangt Ezechiël in hoofdstuk 2 zijn aanstelling als profeet van God. Hij moet gaan naar het rebellerende huis Israëls en hen waarschuwen om tot God terug te keren. God zegt dat ze niet zullen luisteren, maar ze zouden dan na de feiten weten dat een profeet van God hen had gewaarschuwd. Dit visioen dat hij zag, was ontzagwekkend van karakter, en ook angstaanjagend. Hoeveel groter is de feitelijke troon van God en de glazen zee ervoor? Dat gaat ons voorstellingsvermogen te boven, daar ben ik zeker van.

Ezechiël 3:12-14 Toen hief de Geest mij op, en ik hoorde achter mij het geluid van een geweldig gedruis — geprezen zij de heerlijkheid des HEREN in zijn woonplaats –: 13 het geruis van de vleugels der wezens, die elkander raakten, en het geratel der raderen daarnevens; het geluid van een geweldig gedruis. 14 En de Geest hief mij op en nam mij weg, en ik ging heen, ontdaan door de beroering van mijn geest, met de hand des HEREN zwaar op mij.

Het lijkt er dus op dat Ezechiël een ritje maakte op een cherub. Dit is waarschijnlijk in sterke mate vergelijkbaar met wat Henoch overkwam toen hij werd weggevoerd, en Elia toen hij werd weggevoerd. Zij werden weggevoerd naar een andere plaats en de strijdwagen van God nam hen mee.

Ik wilde dit even naar voren brengen, zodat u kunt zien dat er dingen zijn gemaakt van geest die zich dan voor menselijke ogen moeten manifesteren. Anders kunt u deze geestelijke dingen niet zien. God gebruikt die dingen in overeenstemming met Zijn goeddunken en openbaart ze in overeenstemming met Zijn wil. Heel weinig mensen hebben dit in een visioen gezien. Als een menselijk wezen dit in werkelijkheid te zien zou krijgen, dan zou hij ontbinden of oplossen. In de tegenwoordigheid van God zou dat zeer zeker gebeuren.

Laten we nu naar Jesaja 6 gaan en zien waar Jesaja was toen ook hij voor de troon van God verscheen. Niemand zou ooit moeten willen zichzelf als profeet aan te stellen. Dat is een sleutel tot herkenning van valse profeten — ze stellen zich allemaal zelf aan.

Kijk hoe Ezechiël werd aangesteld. Kijk hoe Jeremia werd aangesteld. Laten we nu kijken hoe Jesaja werd aangesteld. God deed het altijd rechtstreeks.

Jesaja 6:1-10 In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Here zitten op een hoge en verheven troon en zijn zomen vulden de tempel. 2 Serafs stonden boven Hem; ieder had zes vleugels: met twee bedekte hij zijn aangezicht, met twee bedekte hij zijn voeten en met twee vloog hij. 3 En de een riep de ander toe: Heilig, heilig, heilig is de HERE der heerscharen, de ganse aarde is van zijn heerlijkheid vol. 4 En de dorpelposten beefden van het luide roepen en het huis werd vervuld met rook. 5 Toen zeide ik: Wee mij, ik ga ten onder, want ik ben een man, onrein van lippen, en woon te midden van een volk, dat onrein van lippen is, — en mijn ogen hebben de Koning, de HERE der heerscharen, gezien. 6 Maar één der serafs vloog naar mij toe met een gloeiende kool, die hij met een tang van het altaar genomen had; 7 hij raakte mijn mond daarmede aan en zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeraakt; nu is uw ongerechtigheid geweken en uw zonde verzoend. 8 Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik, zend mij. 9 Toen zeide Hij: Ga, zeg tot dit volk: Hoort aldoor — maar verstaat niet, en ziet aldoor — maar merkt niet op. 10 Maak het hart van dit volk vet, maak zijn oren doof en doe zijn ogen dichtkleven, opdat het met zijn ogen niet zie en met zijn oren niet hore en opdat zijn hart niet versta, zodat het zich niet bekere en genezen worde.

We zien dus dat Jesaja door God werd aangesteld, nadat Hij hem had gereinigd en geheiligd. Het lijkt erop dat God mogelijk de ogen en oren van het volk van deze natie heeft gesloten, en eveneens van de andere volken van deze wereld die zijn voortgekomen uit Israël. Er is zeker geen enkele wijsheid in wat er momenteel allemaal gaande is.

Laten we verdergaan met iets dat samenhangt met de troon van God. Handelingen 7 geeft verslag van het martelaarschap van Stefanus, een christen uit de eerste eeuw. Stefanus was een geheiligd lid van Gods kerk, een van de laatste grote getuigen tot de leiders van het Judaïsme. Daarnaast werd in zekere zin door deze gebeurtenissen het lot van Jeruzalem en de tempel bezegeld.

Handelingen 7:51-58 Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de heilige Geest; gelijk uw vaderen, zo ook gij. 52 Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? Zelfs hebben zij hen gedood, die geprofeteerd hebben van de komst van de Rechtvaardige, van wie gij nu verraders en moordenaars geworden zijt, 53 gij, die de wet ontvangen hebt op beschikking van engelen, doch haar niet hebt gehouden. 54 Toen zij dit hoorden, sneed het hun door het hart en zij knersten de tanden tegen hem. 55 Maar hij, vol van de heilige Geest, sloeg de ogen ten hemel en zag de heerlijkheid Gods en Jezus, staande ter rechterhand Gods, 56 En hij zeide: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods. 57 Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren toe en stormden als één man op hem los; 58 en zij wierpen hem de stad uit en stenigden hem. En de getuigen legden hun mantels af aan de voeten van een jonge man, Saulus genaamd.

Nogmaals, hoe dicht is de troon van God bij de aarde? We weten het niet. Maar Stefanus keek omhoog (waarschijnlijk in een visioen) en zag die troon en Christus staande aan de rechterhand van God.

Wat betekent het om aan de rechterhand van iemand te staan? Als iemand aan de rechterhand staat van iemand met autoriteit, is dat een teken van eer. Dat vertegenwoordigt waardigheid en majesteit. Het is de belangrijkste ereplaats. Let erop dat Hij daar niet zat.

Openbaring 3:21 Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.

Maar toen Stefanus omhoog keek naar de hemel stond Christus aan de rechterhand van God.

Deze keer stond Christus dus. Hij stond daar te kijken naar wat er gebeurde. Hij zat niet. Hij was hierin geen passieve deelnemer, maar een actieve. God en Christus waren opgetogen en opgewonden over Stefanus' overwinning over de zonde, Satan, de wereld en de menselijke natuur. Stefanus werd gereinigd, geheiligd en vervolmaakt ter voorbereiding op Gods Koninkrijk.

Hij zal zich op de glazen zee neerbuigen voor God de Vader met Jezus Christus aan Gods rechterhand, als alle heiligen voor God verschijnen na de opstanding der eerstelingen. We hopen zeer zeker dat we daar bij hem zullen zijn.

Laten we verdergaan met het bekijken van de troon van God. Laten we Openbaring 4 opslaan. Ik wil daar kijken naar de hele locatie betreffende de troon van God en de glazen zee. Als er een einde komt aan het tijdperk van de kerk, zien we in de tijd Openbaring 4 verschijnen. Dit is in zekere zin een parallel aan Jesaja 6:1-3:

Openbaring 4:1-5 Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. 2 Terstond kwam ik in vervoering des geestes [Het klinkt alsof hij dit in een visioen ervoer.] en zie, er stond een troon in de hemel en iemand was op die troon gezeten. 3 En die erop gezeten was, was van aanzien de diamant en sardius gelijk; en een regenboog was rondom de troon, van aanzien de smaragd gelijk. 4 En rondom de troon waren vierentwintig tronen, en op die tronen waren vierentwintig oudsten gezeten, in witte klederen gekleed en met gouden kronen op hun hoofden. 5 En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven Geesten Gods.

Dit komt sterk overeen met het verslag dat we eerder lazen, het verslag in Exodus 19 en 20 over God die neerdaalde op de berg Sinaï, en die de tien geboden gaf, waarbij er bliksems flitsten en donders rolden bij het sterke geluid van een doordringende trompet.

De glazen zee voor Gods troon verwijst naar een stabiele toestand van heiligheid, zowel inwendig als uitwendig, en het feit dat die zee "voor de troon" is, kan erop duiden dat de zuiverheid een spiegel is van de heilige voortreffelijkheid van God en Zijn troon.

Openbaring 4:6 En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren.

Het kristallen voorkomen beschrijft de pracht en schoonheid van die locatie van heiligheid die voor de troon is uitgespreid. De twee symbolen glas en kristal hangen nauw samen, maar zijn niet precies hetzelfde. Glas is een gefabriceerd artikel, terwijl kristal een natuurlijke substantie is. Kristal heeft een specifiek eigen schoonheid die niet in glas aanwezig is.

De glazen zee brengt gladheid tot uitdrukking, en deze zee van kristal laat zien dat de vrede van de hemel niet is als de aardse zeeën, die door winden wordt verstoord, maar is gekristalliseerd tot een eeuwige vrede en een kristaleigen fonkeling en glinstering. Zijn troon is eeuwig in zijn kwaliteit en duur.

Het "glas" en "kristal" zijn vast en vertegenwoordigen blijvende vrede en kalmte. De vrede en kalmte van de glazen zee symboliseert de afwezigheid van kwaad en chaos in de hemel.

Openbaring 4:6 En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren.

Waar de troon van God zich ook maar bevindt, daar is een glazen zee, daar is een regenboog. In het geval van de cherubs is zijn troon een tijdelijke, verplaatsbare troon, die gaat waar God gaat.

Openbaring 4:7-11 En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een rund gelijk, en het derde dier had een gelaat als van een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk. 8 En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels en waren rondom en van binnen vol ogen en zij hadden dag noch nacht rust, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt. 9 En wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dankzegging zullen brengen aan Hem, die op de troon gezeten is en tot in alle eeuwigheden leeft, 10 zullen de vierentwintig oudsten zich nederwerpen voor Hem, die op de troon gezeten is en Hem aanbidden, die tot in alle eeuwigheden leeft, en zij zullen hun kronen voor de troon werpen, zeggende: 11 Gij, onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht; want Gij hebt alles geschapen, en om uw wil was het en werd het geschapen.

Dit is ontzagwekkend bemoedigend voor ons, omdat we waren en zijn geschapen voor Gods welbehagen, en we begrijpen dat behoud een schepping is die nu in ons wordt teweeggebracht — een geestelijke schepping die in ons plaatsvindt.

Efeziërs 1:3-5 Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus. 4 Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht. 5 In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil,

Eén geestelijke zegening die we zullen ontvangen, is de gelegenheid om op die glazen zee, voor de troon van God, te staan. Die ervaring alleen al is het waard, maar er zullen nog heel veel andere schitterende zegeningen mee gepaard gaan.

Daarom moeten we God Zijn gang in ons laten gaan, zoals het Hem goeddunkt. We moeten Hem in ons het geestelijke karakter en de kracht laten scheppen die alleen maar van God komt, omdat we daartoe in Gods kerk zijn geroepen. We zijn geroepen opdat we nu gereinigd en op Zijn koninkrijk voorbereid kunnen worden. We worden reeds geheiligd, maar we moeten doorgaan om ons deel in dat reinigingsproces uit te voeren. Wij worden gereinigd door het Woord; dit Woord geeft ons instructies over wat we zouden moeten doen om in Zijn ogen rechtvaardig te zijn. En Hij verklaart dat wij rechtvaardig zijn; wij kunnen onszelf niet rechtvaardig verklaren.

We zijn in Gods kerk geplaatst om Hem te aanbidden en met Hem samen te werken om goede vruchten voort te brengen terwijl Hij ons verder ontwikkelt tot de conditie van perfectie of voltooiing.

Efeziërs 2:10 Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.

Laten we Openbaring 7 opslaan waar een grote menigte uit de grote verdrukking wordt beschreven.

Openbaring 7:9-10 Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen. 10 En zij riepen met luider stem en zeiden: De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is, en van het Lam!

Als zij uit de doden worden opgewekt, staat er een grote menigte pal voor de troon van God. Als de 144.000 en de grote menigte uit de doden worden opgewekt, komen ze voor de troon van God, en voor de troon van God spreidt zich de glazen zee uit.

Openbaring 7:11-14 En al de engelen stonden rondom de troon en de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich op hun aangezicht voor de troon en aanbaden God, 12 zeggende: Amen, de lof en de heerlijkheid, en de wijsheid en de dankzegging, en de eer en de macht en de sterkte zij onze God tot in alle eeuwigheden! Amen. 13 En een van de oudsten antwoordde en zeide tot mij: Wie zijn dezen, die bekleed zijn met de witte gewaden, en vanwaar zijn zij gekomen? 14 En ik sprak tot hem: Mijn heer, gíj weet het. En hij zeide tot mij: Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams.

Daarom zien we dat we initieel en in de uiteindelijke betekenis alleen maar volledig gewassen kunnen worden door het bloed van het Lam, en er wordt naar Hem ook verwezen als het Woord.

Openbaring 7:16-17 Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, 17 want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.

Daar hebben we dus de troon, de glazen zee en alle andere dingen in de troonzaal. Wat is de reactie van mensen in de aanwezigheid van God? Wat doen geestelijke wezens in Zijn aanwezigheid?

Openbaring 11:15-16 En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden. 16 En de vierentwintig oudsten, die voor God op hun tronen gezeten waren, wierpen zich op hun aangezicht en aanbaden God,

De apostel Johannes kijkt dus opnieuw naar de troon van God. En de glazen zee bevindt zich voor de troon van God. Allen die uit de doden zullen worden opgewekt, zullen voor de troon van God verschijnen. En daar is de glazen zee waarop we kunnen staan of knielen. Onze eerste reactie zal zijn ons languit voor de heerlijkheid van God neer te werpen. Zijn troon is heerlijk in zijn verschijning. Zoals Jakob deze beschreef, was hij ontzagwekkend. De macht, heerlijkheid en majesteit van God zijn bij het eerste contact heel angstaanjagend.

De profeet Jesaja beschrijft zijn reactie op het in een visioen voor God verschijnen, toen hij zijn aanstelling als profeet van God ontving.

Jesaja 6:3-5 En de een riep de ander toe: Heilig, heilig, heilig is de HERE der heerscharen, de ganse aarde is van zijn heerlijkheid vol. 4 En de dorpelposten beefden van het luide roepen en het huis werd vervuld met rook. 5 Toen zeide ik: Wee mij, ik ga ten onder, want ik ben een man, onrein van lippen, en woon te midden van een volk, dat onrein van lippen is, — en mijn ogen hebben de Koning, de HERE der heerscharen, gezien.

Jesaja had het gevoel dat zijn lichaam daar ter plaatse uit elkaar viel, en ongetwijfeld kon hij niet overeind blijven. Het effect dat hier beschreven wordt, is er een dat vaak optrad bij degenen die een visioen van God kregen.

De profeet Ezechiël beschrijft zijn reactie op het in een visioen voor God verschijnen.

Ezechiël 1:28 Zoals de aanblik is van de boog, die in de regentijd in de wolken verschijnt, zo was de aanblik van die omhullende glans. Aldus was het voorkomen der verschijning van de heerlijkheid des HEREN. Toen ik haar zag, viel ik op mijn aangezicht, en ik hoorde de stem van Een, die sprak.

Ezechiël 2:1-2 Hij zeide tot mij: Mensenkind, sta op uw voeten, opdat Ik met u spreke. 2 Zodra Hij tot mij sprak, kwam de geest in mij en deed mij op mijn voeten staan en ik hoorde Hem, die tot mij sprak.

De Geest moest hem oppakken en hem op zijn voeten overeind houden, omdat zijn benen als gelatine waren geworden door de angst en het ontzag in de aanwezigheid van God te zijn.

De profeet Daniël beschrijft zijn reactie op het in een visioen ontmoeten van de Heer.

Daniël 8:15-18, 27 Toen ik, Daniël, het gezicht zag en het trachtte te verstaan, zie, daar stond iemand voor mij, die er uitzag als een man, 16 en ik hoorde een menselijke stem over de Ulai, welke zeide: Gabriël, doe deze het gezicht verstaan. 17 En hij kwam tot waar ik stond, en toen hij kwam, schrikte ik en wierp mij op mijn aangezicht, maar hij zeide tot mij: Versta, mensenkind, dat het gezicht doelt op de tijd van het einde. 18 Toen hij nu met mij sprak, viel ik bezwijmd op mijn aangezicht ter aarde; hij echter raakte mij aan en deed mij overeind staan, … 27 En ik, Daniël, was uitgeput en was enige dagen ziek; daarna stond ik op en verrichtte de dienst bij de koning. En ik was verbijsterd over het gezicht, maar niemand merkte het.

De bezwijming die hem overviel kwam minstens gedeeltelijk door het visioen dat hij zag over wat er op aarde met de mens zou gaan gebeuren. Ongetwijfeld was wat hij daar zag genoeg om hem te doen flauwvallen, maar het was ook deels een reactie op zijn verschijnen in de aanwezigheid van de Heer.

De apostel Johannes beschrijft zijn reactie op de verschijning in een visioen van "Iemand als eens mensen zoon".

Openbaring 1:9-17 Ik, Johannes, uw broeder en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en de volharding in Jezus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het woord Gods en het getuigenis van Jezus. 10 Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren, en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, 11 zeggende: Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamum, en naar Tyatira, en naar Sardes, en naar Filadelfia en naar Laodicea. 12 En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, 13 en te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon, bekleed met een tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten omgord met een gouden gordel; 14 en zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam; 15 en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren. 16 En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht. 17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste,

Of het nu de aanwezigheid van God de Vader is of van Jezus Christus, zelfs in een visioen, Hun macht en heerlijkheid is meer dan een mens kan verdragen. "Wee mij, ik ga ten onder!" — "Ik was bevreesd en viel op mijn aangezicht" — "Ik viel als dood aan Zijn voeten". Dit zijn enkele reacties van hen die de gelegenheid hadden in een visioen voor God te verschijnen.

Openbaring 11:16-18 En de vierentwintig oudsten, die voor God op hun tronen gezeten waren, wierpen zich op hun aangezicht en aanbaden God, 17 zeggende: Wij danken U, Here God, Almachtige, die is en die was, dat Gij uw grote macht hebt opgenomen en het koningschap hebt aanvaard; 18 en de volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven.

Al de heiligen zullen individueel hun beloning in ontvangst nemen. We weten ook van Openbaring 2 en 3 dat ze een nieuwe naam zullen krijgen. Ze zullen de naam krijgen van de Vader, de naam van het nieuwe Jeruzalem en ze zullen ook Christus' nieuwe naam krijgen. Dat zal allemaal plaatsvinden nadat de heiligen, de geestelijke eerstelingen, uit de doden zijn opgestaan.

Het kan zijn dat het geven van die nieuwe namen plaatsvindt op de glazen zee voor Gods troon. Ik verwacht zeker dat dat het geval zal zijn. Dat staat nergens beschreven, maar dat lijkt een logische plaats om dat te doen. Wat een opwindende ceremonie zal dat zijn! Woorden schieten tekort om uit te drukken hoe ontzagwekkend dat zal zijn. Mogen we allemaal gereinigd worden door het water van het woord en ons deel doen om in staat te zijn onszelf te reinigen van onze problemen en de dingen die we moeten overwinnen, zodat we in zekere zin gekwalificeerd zullen zijn om van God de gave van behoud en eeuwig leven te ontvangen.

Dit is het einde van het eerste deel en de volgende keer zullen we wat dieper ingaan op onze verantwoordelijkheden met betrekking tot de glazen zee.



Loading recommendations...